Examples of using "входить" in a sentence and their dutch translations:
Je kunt daar niet ingaan!
Je mag nu binnenkomen.
Niet betreden.
Je moet niet zo snel binnenkomen.
Je kunt daar niet ingaan!
Hoe durf je mijn huis te betreden zonder toestemming!
Niemand mag daar binnen.
- Er mogen geen studenten in de kamer.
- In de kamer mogen er geen studenten.
- Studenten mogen de kamer niet binnen.