Examples of using "визит" in a sentence and their dutch translations:
Bedankt dat je gekomen bent.
Morgen brengen we je een bezoek.
- Je bezoek maakt me heel blij.
- Uw bezoek maakt me heel blij.
- Jouw bezoek maakt me heel blij.
- Jullie bezoek maakt me heel blij.
Dat was mijn eerste bezoek aan Japan.
Is dit jouw eerste keer in Korea?
Dat was mijn eerste bezoek aan Japan.
Dat was mijn eerste bezoek aan Japan.