Examples of using "велосипеда" in a sentence and their dutch translations:
Hij heeft geen fiets.
Ik heb geen fiets.
Tom heeft geen fiets.
Mijn fiets heeft een lekke band.
Ze heeft haar voet bezeerd toen ze van haar fiets viel.
- Het heeft me 5,000 yen gekost om mijn fiets te laten repareren.
- Het heeft me 5,000 yen gekost om mijn fiets te repareren.
De herstelling van mijn fiets kostte mij duizend yen.
Ik heb geen fiets.
De jongen ontkende de fiets gestolen te hebben.
"Wat is er aan de hand?" "De sleutel is verdwenen." "Welke sleutel?" "De fietssleutel."
- Je beschuldigde haar van het stelen van de fiets.
- Jullie beschuldigden haar van het stelen van de fiets.