Examples of using "Суп" in a sentence and their dutch translations:
De soep is te zout.
De soep is koud.
Roer de soep.
De soep is heet.
Eet je soep!
Deze soep is te zout.
Pas op! De soep is erg heet!
De soep is te heet.
De soep is te zout.
Er is te veel zout in die soep.
De soep is heet.
Bedankt voor de soep!
Ik eet soep.
Deze soep is te pittig.
Wij eten soep met een lepel.
We aten aardappelsoep.
Tom roerde de soep met een lepel.
Pas op! De soep is erg heet!
Ik vond de soep echt lekker.
Deze soep is echt lekker.
- Ik hou ervan om hete soep te eten.
- Ik eet graag hete soep.
De mist is vandaag zo dik als erwtensoep.
Ze heeft gisteravond groentesoep gemaakt.
- Ik hou ervan om hete soep te eten.
- Ik eet graag hete soep.
Ik eet soep graag warm.
Hoe heb je deze soep gemaakt?
De mist is vandaag zo dik als erwtensoep.
Er is te veel zout in die soep.
Tom heeft vanmorgen groentesoep gegeten.
Ze heeft gisteravond groentesoep gemaakt.
De soep heeft meer knoflook nodig.
Ik heb de soep en jouw afrekening.
Ik hou ervan om hete soep te eten.
Deze soep is te zout om te eten.
De soep in de kom was heel lekker.
- Eet je soep voor hij koud wordt.
- Eet je soep voor zij koud wordt.
De soep smaak naar look.
Het was allemaal onderdeel van mijn soep maar de uien deden nog steeds pijn.
Ik hou ervan om hete soep te eten.