Examples of using "Мальчики" in a sentence and their dutch translations:
We zijn jongens.
Waar zijn de jongens?
De jongens maken lawaai.
Zij interesseerde zich totaal niet voor jongens.
Al de jongens zijn even oud.
Zo nu en dan doen jongens vreemd.
De jongens speelden in de modder.
De jongens zijn niet bang voor hem.
De jongens hadden de gewoonte bij de buur te gaan spelen.
Er zwommen naakte jongens in de rivier.
- Jack werd uitgelachen door al de jongens.
- Jack werd door alle jongens uitgelachen.
Zij interesseerde zich totaal niet voor jongens.
Alle jongens spelen graag honkbal.
Alle jongens en meisjes kennen Columbus.
Kijk jongens; deze tas zit vol met peren.
De jongens vonden een geldstuk.
Alle andere jongens lachten hem uit.
Jongens en meisjes spelen in de tuin.
"Jongens zullen altijd jongens zijn."
Alle jongens genoten van het skiën.
- Op de vraag wie het raam had gebroken, zagen alle jongens er onschuldig uit.
- Toen hij vroeg wie het raam had gebroken, hulden de jongens zich onschuld.
Toen het meisje de kamer binnen kwam, lachten enkele jongens haar uit om haar klein hoedje.