Examples of using "соседей" in a sentence and their dutch translations:
Tom belde de buren.
Ik haat mijn buren.
Ik heb veel buren.
Ik heb mijn buren uitgenodigd voor het avondmaal.
Ik haat mijn buren.
De hond van de buren is overleden.
De jongens hadden de gewoonte bij de buur te gaan spelen.
Hij is één van mijn geburen.
Ik ken al mijn buren.
Ik heb mijn buren voor het diner uitgenodigd.
Ik heb mijn buren voor het diner uitgenodigd.
Eén rotte appel in de mand maakt al het fruit te schand.
Tom kent zijn buren niet.
Ik ken mijn buren niet.
De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.