Examples of using "Будущее" in a sentence and their dutch translations:
- Je hebt een zonnige toekomst.
- Je hebt een hoopvolle toekomst.
- Je hebt een rooskleurige toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst in het verschiet.
- Je hebt een zonnige toekomst voor je liggen.
Wil je de toekomst weten?
Ze kan de toekomst voorspellen.
Jouw toekomst begint vandaag.
- Je toekomst zit vol met mogelijkheden.
- Uw toekomst zit vol met mogelijkheden.
- Jullie toekomst zit vol met mogelijkheden.
Ik ben bezorgd over de toekomst.
De toekomst van de man, is de vrouw.
Op je toekomst!
De toekomst is onzeker.
Kijk naar de toekomst.
De kinderen zijn onze toekomst.
De kinderen zijn onze toekomst.
Je voorspelt de toekomst niet.
De toekomst is deze inspanning waard.
Is dit een toekomstbeeld?
De toekomst heeft het verleden nodig.
Literatuur is de toekomst van een natie.
Tom probeert de toekomst te lezen.
Ze kan de toekomst voorspellen.
Ze kan de toekomst voorspellen.
Je hebt een rooskleurige toekomst.
De toekomst is dichterbij dan je denkt.
De toekomst was vijf minuten geleden.
Ik geef niet om mijn toekomst.
Soms lezen we om de toekomst te begrijpen.
En als de strijd om de toekomst zo hoog gespeeld wordt,
...kunnen we niet voorspellen wat hun toekomst brengt.
Wij bespraken onze toekomstplannen.
Ik zie een briljante toekomst voor jou.
En de digitale toekomst veranderde in aandelenfutures.
die met een cape haar superheld-toekomst tegemoet vloog.
VERTELLER: En stelden je een betere wereld voor.
Tom beweert dat hij de toekomst nauwkeurig kan voorspellen.
dienen deze instrumenten om naar de toekomst kijken.
De overleving van deze groep hangt af van zijn hoofdleeuwin.
Glimlachend vertrokken ze allebei naar hun schitterende toekomst.
maar om eens na te denken over de toekomst van ons voedsel.
De toekomst behoort aan hen die geloven in de schoonheid van hun dromen.
Daar zie je al wat de toekomst belooft.
De toekomst bouwt verder op wat we op dit moment maken.
Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.