Examples of using "предсказывать" in a sentence and their dutch translations:
Ze kan de toekomst voorspellen.
Ze kan de toekomst voorspellen.
Ze kan de toekomst voorspellen.
Is het echt mogelijk om een aardbeving te voorspellen?
Tom beweert dat hij de toekomst nauwkeurig kan voorspellen.
doen wat ik ermee wilde, en mijn resultaten voorspellen.