Examples of using "тобой" in a sentence and their dutch translations:
- Je wordt gevolgd.
- Jij wordt gevolgd.
- Wat is er mis met je?
- Wat is er mis met u?
- Wat is er mis met jullie?
- Wat mankeert jou?
- Wat is jouw probleem?
Ik ga met u mee.
Ik ben het helemaal met je eens.
Ik word door jou geliefd.
Ik ben achter je.
Tom is trots op jou.
Ik sta achter je.
Kan ik met je praten?
Kan ik met je praten?
Ik ben echt trots op je.
Ik wil met je meegaan.
Ze staat te popelen om jou te ontmoeten.
Hij wil je ontmoeten.
Zij wil met je praten.
Blij je te leren kennen, Ken.
- Ik ben het helemaal met je eens.
- Ik ben het geheel met je eens.
...waar jij de keuzes maakt.
Wat is er mis met jullie?
Moet ik meegaan?
Hoe gaat 't na al die tijd met je?
Wat is er mis met je?
Ik laat jou de keuze.
Ik ben heel tevreden over je.
Aangenaam kennis te maken.
Jij en ik zijn vrienden.
- Gaat het goed met jullie?
- Gaat het goed met je?
- Gaat het goed met u?
- Zit je goed in je vel?
Ik ben eerlijk tegen je.
Ik kan het niet met je eens zijn.
Als ik bij je ben, ben ik gelukkig.
- Ik ben trots op je.
- Ik ben trots op u.
- Ik ben trots op jullie.
- Ik ben trots op jou.
- Ik wil niet met je praten.
- Ik wil niet met u praten.
- Wat is er met jou gebeurd?
- Wat is er met jullie gebeurd?
- Wat is er met u gebeurd?
- Wat is er met je gebeurd?
Ik ga met u mee.
Het is altijd een genoegen geweest om met je te werken.
Ik wou dat ik bij je was.
Ik wil graag met je dansen.
Hij wil met jou persoonlijk spreken.
Ik zou graag met je meegaan.
Ik wil niet met je praten.
Ik ga met je mee.
Blij u te leren kennen, Ken.
Ik kan je niet bijhouden.
Ik kan het niet met je eens zijn.
Moge de kracht met je zijn.
- Ik ben het helemaal met je eens.
- Ik ben het geheel met je eens.
- Ik heb je altijd bewonderd, Tom.
- Ik heb je altijd al bewonderd, Tom.
Vrede zij met u!
- Ik wil bij je zijn.
- Ik wil bij jou zijn.
Tom wilde je graag ontmoeten.
Dat gaat u niet aan.
Kan ik met je praten?
''Mag ik met je mee?'' ''Ja, hoor!''
Met jou is het hele jaar door zomer.
- Veel mensen zouden het met u eens zijn.
- Veel mensen zouden het met jou eens zijn.
- Veel mensen zouden het met jullie eens zijn.
Ik ben het niet met je eens.
Ik ben net zo groot als jij.
- Met jou wil ik oud worden.
- Met jullie wil ik oud worden.
- Ik zal u vergezellen.
- Ik ga met u mee.
- Ik ga met je mee.
Ik ga met je mee.
Ik voel me gelukkig wanneer ik bij jou ben.
Gaat het goed met u?
Blij u te leren kennen, Ken.
Ik ken je niet.
Ik ben echt trots op je.
Ik zou graag meekomen.
Ik wil met je mee vanavond.
- Iedereen wil u ontmoeten, u bent een beroemdheid!
- Iedereen wil je ontmoeten, je bent beroemd!
- Iedereen wil jou ontmoeten, je bent beroemd!
Ik wil niet meer met je spelen.
- Ik voel me bij jou op m'n gemak.
- Ik kom bij jou tot rust.
Het komt wel goed met je.
Als ik bij je ben, ben ik gelukkig.
Zou ik je kunnen leren kennen?
Hij zou dolgraag met u meegaan.
De keuze is aan u.
Ik ben het helemaal niet eens met jou.
Ik wil niet met je praten.
Ik kan het niet met je eens zijn.
Ik ben trots op jullie.
Ik zal je zien wanneer ik terugkom.
Je zou een ongeluk kunnen krijgen.
Ik kan je niet bijhouden.
Ik wil graag met je dansen.
- Wij zijn bij je.
- Wij zijn het met je eens.
- Wij staan aan jouw kant.
- Ik heb een uitje met jou te pellen.
- Ik moet een boontje met jou schillen.
- Ik heb met jou een appeltje te schillen.
Weet je wat er mis is met jou?
- Ik heb bijna schrik om met u te spreken.
- Ik ben bijna bang om met je te praten.
Wat is er verdomme mis met je?