Examples of using "Боли" in a sentence and their dutch translations:
Ik gilde van de pijn.
Hij schreeuwde van de pijn.
De maagpijn is over.
- Hij schreeuwde van de pijn.
- Hij schreeuwde het uit van de pijn.
Tom kreunde van de pijn.
of pijn te vermijden, zoals honger lijden.
Vreemde pijn doet niet wenen.
Ik had hevige pijn.
- Ik ga je nooit pijn doen.
- Ik ga je nooit kwaad doen.
- Ik ga je nooit kwetsen.
De bejaarde had pijn aan de rug.
Heb je dikwijls hoofdpijn?
Ik kon niet slapen door mijn tandpijn.
- Ze klaagt over hoofdpijn, en vaak.
- Ze klaagt vaak over hoofdpijn.
Ik kan je iets geven tegen de pijn.
- Ik heb pijn in de borst.
- Mijn borst doet pijn.
Tom heeft een zere rug.
Ik heb wat medicijnen nodig om de pijn te bestrijden.