Examples of using "закричал" in a sentence and their dutch translations:
Ik riep.
"Kom terug!" riep hij.
"Vuur!" schreeuwde hij.
Hij schreeuwde van de pijn.
- Hij schreeuwde.
- Hij gilde.
Hij begon te roepen.
"Vuur!" schreeuwde hij.
"Kom terug!" riep hij.
Ik gilde van de pijn.
Iemand schreeuwde.