Examples of using "спине" in a sentence and their dutch translations:
Tom lag op zijn rug.
Hij lag op zijn rug.
Hij lag op zijn rug.
Tom ligt op zijn rug.
Ik lag op mijn rug.
Hij draagt een tas op zijn rug.
Hij draagt een tas op zijn rug.
Ik heb rugpijn.
- Tom droeg Mary op zijn rug.
- Tom droeg Mary op z'n rug.
Tom lijdt aan chronische rugpijn.
Dat gaf me koude rillingen.
De bejaarde had pijn aan de rug.
Tom stierf met een mes in zijn rug.
Kijk eens. Zie je die kleine gifbuidel op zijn rug?
Zie je die kleine gifbuidel op zijn rug?
Klaagt Tom vaak over rugpijn?
Ik heb geleerd met de pijn in mijn rug te leven.
Hij lag op zijn rug, kijkend naar de lucht.
Ik kan op mijn buik zwemmen, maar niet op mijn rug.
Tom heeft een zere rug.
Ze heeft al jaren problemen met rugpijn.
„Juffrouw, wat doet die vlieg in mijn soep?” – „Het lijkt wel op rugslag, mijnheer!”