Examples of using "прошли" in a sentence and their dutch translations:
Jaren gingen voorbij.
Hoe was je weekend?
Hoe was je weekend?
Hoe was je weekend?
Hoe was je weekend?
Vele hebben kilometers gereisd.
De maagpijn is over.
Hoe was je weekend?
We liepen over het ijs.
Hoe was uw zomervakantie?
Hoe was je weekend?
We zijn weer terug bij af.
Zwarte wolken dreven over de stad heen.
Hoe was je weekend?
De uren van het leven zijn voorbij, lachend zal ik sterven. '
De zomervakantie is voorbij.
Tijdens de oorlog doorstonden de mensen vele ontberingen.
We gingen van de vier televisiekanalen uit mijn kindertijd
Maar als je benieuwd bent naar de andere routes,
Als je het wilt proberen en de andere uitdagingen zien... ...kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.
Hoe was je vakantie?