Examples of using "Quis" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb je altijd willen ontmoeten.
Ik heb het altijd al willen proberen.
Ik heb je altijd willen ontmoeten.
Het was niet mijn bedoeling dat te doen.
Ik wilde Tom alleen aan het schrikken maken, niet hem verwonden.
Ik wilde haar verrassen.
Ik wilde je niet doen schrikken.
Ik wilde hen altijd al leren kennen.
Ik heb u altijd al willen ontmoeten.
Tom wilde mijn hulp niet.
- Ik wou u niet kwetsen.
- Ik wou u geen pijn doen.
Hij heeft altijd Japans willen leren.
Ik wilde niemand beledigen.
Tom wilde niet wachten.
De fabriek wilde hem niet.
Ik bedoel jou niet.
Ik heb altijd Frans willen leren.
Hij wilde zijn schoenen poetsen.
Ik wil me verontschuldigen.
Ik wilde niets zeggen.
- Gisteren ben ik gewoon niet naar mijn werk gegaaan.
- Ik wilde gewoon niet gaan werken gisteren.
Ik wilde Tom nooit kwetsen.
Ik heb altijd al in deze buurt willen wonen.
Tom wilde niet naar de dokter gaan.
Ik heb altijd al willen leren zwemmen.
Niemand wilde praten.
Waarom wil Tom je hier hebben?
Ooit wilde ik astrofysicus worden.
Ik wilde gewoon niet gaan werken gisteren.
Ik heb altijd al in een ander land willen wonen.
Tom wilde zich niet laten kussen door Mary.
Zijn moeder wilde het niet doen.
Hij wilde mijn cijfer niet afronden.
Ik weet wat u wilde zeggen.
Tom wilde altijd al in een kasteel wonen.
Heb je begrepen wat ik daarmee bedoelde?
- Ik wilde dat niet doen.
- Dat heb ik niet willen doen.
Ik heb het u gezegd, maar u wilde niet luisteren!
Ik weet niet wat je bedoelt.
Ik wilde dat niet.
De dokter wilde geen giften aannemen van de armen.
Ik hoopte dat je zou begrijpen wat ik bedoelde.
Tom wou voor de zomervakantie nog twee kilo afvallen.
Ik wilde niemand beledigen.
- Ik wilde dat niet doen.
- Dat heb ik niet willen doen.
Tom wilde niet met me praten.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe het zou zijn om broertjes en zusjes te hebben.
Ik hoopte dat je zou begrijpen wat ik bedoelde.
Eens kijken of de... ...schorpioenenval die je wilde heeft gewerkt.
En dat is wat ik bedoelde toen ik zei dat ik stopte met comedy.
Tom wilde niet naar huis komen.
Ik probeerde haar geld te geven, maar ze weigerde dat.
Natuurlijk wou ik je niet kussen, ik wou enkel zien hoe je zou reageren.
Ik weet niet wat je bedoelt.
Mijn broertje wou dat stripverhaal dat je onlangs aan mij hebt geleend lezen, dus ik zal het teruggeven nadat hij het uitgelezen heeft.
Het spijt me. Ik wilde je niet bang maken.
Ik wou hem slaan, maar hij liep van mij weg.
Ik heb het u gezegd, maar u wilde niet luisteren!
Ik weet niet wat je bedoelt.