Examples of using "Ocupado" in a sentence and their dutch translations:
- Hij zal het druk hebben.
- Hij zal bezig zijn.
- Waren jullie bezig?
- Was je bezig?
- Was u bezig?
- Bezet!
- Het is bezet.
Ben je bezig?
- Ik heb het vandaag erg druk.
- Ik ben vandaag heel druk bezig.
Het geeft de bezettoon.
Ben je bezig?
Heeft hij het druk?
Ik ben nu bezig.
Tom heeft het druk.
Tom had het druk.
- Houd Tom bezig.
- Hou Tom bezig.
- Ik heb het erg druk.
- Ik heb erg veel te doen.
Ik had het gisteren druk.
Het geeft de bezettoon.
Ik heb het druk vandaag.
Hij had het druk.
Lijkt Tom het druk te hebben?
- Je had het druk.
- Je was druk bezig.
Ik zal deze namiddag bezet zijn.
Ik ben vandaag heel druk bezig.
Ik ben vandaag heel druk bezig.
Nu de beer bezig is...
Hij is altijd bezig.
Ik heb het nu niet druk.
Hij zal het morgen druk hebben.
Ik ben bezig.
Heb je vandaag iets te doen?
Mijn vader had het druk.
Hij heeft het te druk.
Mijn vader is bezig.
Ik heb het vandaag niet druk.
- Ben je nog bezig?
- Heb je het nog steeds druk?
Is deze zitplaats vrij?
- Ik was druk bezig.
- Ik had het erg druk.
Ik ben in beslag genomen, zoals altijd.
- Ben je bezig?
- Bent u bezig?
Jij hebt het erg druk.
Je bent niet ergens mee bezig, wel?
Ik had het gisteren erg druk.
Tot vier uur zal ik bezig zijn.
Ik heb het te druk om te gaan.
Mijn vader is altijd bezig.
Mijn vader heeft het nu druk.
Tom lijkt het niet druk te hebben.
Ook ik ben niet bezig.
Tom zegt dat hij bezig is.
- Tom leek niet zo bezig te zijn.
- Tom leek het niet erg druk te hebben.
Iedereen was heel druk.
- Ik ben momenteel bezig.
- Ik ben nu bezig.
De eekhoorn was bezig met noten verzamelen.
Hij is bezig een brief te schrijven.
Tom is nogal druk op dit moment.
- Ik heb het erg druk.
- Ik ben druk bezig.
- Ik heb erg veel te doen.
- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.
- Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Heb je morgen middag iets te doen?
Vader is bezig brieven te schrijven.
Vader is bezig brieven te schrijven.
Momenteel heb ik het niet erg druk.
Ik heb het druk vandaag.
Ik had een nogal drukke dag vandaag.
U bent nu bezig met lesgeven.
- Ik ben erg druk, dus reken niet op mij.
- Ik heb het erg druk, reken dus niet op mij.
Ik ben bezig een apartement te vinden.
Tom heeft Mary gezegd dat hij bezig was.
Ik kan niet helpen, want ik ben bezig.
Heb je het altijd druk?
Ik heb hem gezegd dat ik niet bezig was.
- Je hebt het druk gehad.
- U bent druk geweest.
- U heeft het druk gehad.
- Ik ben momenteel bezig.
- Ik ben nu bezig.
Tom heeft het nu heel druk, nietwaar?
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
Ik kan niet met je meegaan omdat ik het erg druk heb.
- Als je niet bezig bent, kan je me dan helpen?
- Als u niet bezig bent, kan u me dan helpen?
- Als jullie niet bezig zijn, kunnen jullie me dan helpen?
- Nu ben ik benomen, want ik moet mijn huis in orde brengen.
- Op het moment heb ik het druk want mijn huis moet worden schoongemaakt.
Leven is wat er met je gebeurt terwijl je bezig bent met andere dingen.