Translation of "Ocupado" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Ocupado" in a sentence and their dutch translations:

- Ele estará ocupado.
- Estará ocupado.

- Hij zal het druk hebben.
- Hij zal bezig zijn.

- Você estava ocupado?
- Tu estavas ocupado?

- Waren jullie bezig?
- Was je bezig?
- Was u bezig?

Está ocupado.

- Bezet!
- Het is bezet.

Estás ocupado?

Ben je bezig?

- Hoje estou muito ocupado.
- Eu estou muito ocupado hoje.
- Estou muito ocupado hoje.

- Ik heb het vandaag erg druk.
- Ik ben vandaag heel druk bezig.

- Está dando sinal de ocupado.
- Está dando ocupado.

Het geeft de bezettoon.

Você está ocupado?

Ben je bezig?

Ele está ocupado?

Heeft hij het druk?

Estou ocupado agora.

Ik ben nu bezig.

Tom está ocupado.

Tom heeft het druk.

Tom estava ocupado.

Tom had het druk.

Mantenha Tom ocupado.

- Houd Tom bezig.
- Hou Tom bezig.

Estou muito ocupado.

- Ik heb het erg druk.
- Ik heb erg veel te doen.

Estava ocupado ontem.

Ik had het gisteren druk.

Está dando ocupado.

Het geeft de bezettoon.

Hoje estou ocupado.

Ik heb het druk vandaag.

Ele estava ocupado.

Hij had het druk.

Tom parecia ocupado?

Lijkt Tom het druk te hebben?

Você estava ocupado.

- Je had het druk.
- Je was druk bezig.

- Eu estarei ocupado essa tarde.
- Estarei ocupado essa tarde.

Ik zal deze namiddag bezet zijn.

- Hoje estou muito ocupado.
- Eu estou muito ocupado hoje.

Ik ben vandaag heel druk bezig.

- Hoje estou muito ocupado.
- Estou bastante ocupado hoje.
- Eu estou muito ocupado hoje.
- Estou muito ocupado hoje.
- Estou muito ocupada hoje.

Ik ben vandaag heel druk bezig.

Com o urso ocupado...

Nu de beer bezig is...

Ele está sempre ocupado.

Hij is altijd bezig.

Eu não estou ocupado.

Ik heb het nu niet druk.

Ele estará ocupado amanhã.

Hij zal het morgen druk hebben.

- Estou ocupado.
- Estou ocupada.

Ik ben bezig.

Você está ocupado hoje?

Heb je vandaag iets te doen?

Meu pai estava ocupado.

Mijn vader had het druk.

Ele está muito ocupado.

Hij heeft het te druk.

Meu pai está ocupado.

Mijn vader is bezig.

Não estou ocupado hoje.

Ik heb het vandaag niet druk.

Você ainda está ocupado?

- Ben je nog bezig?
- Heb je het nog steeds druk?

Este assento está ocupado?

Is deze zitplaats vrij?

Eu estava muito ocupado.

- Ik was druk bezig.
- Ik had het erg druk.

Estou ocupado, como sempre.

Ik ben in beslag genomen, zoals altijd.

- Estás ocupado?
- Estás ocupada?

- Ben je bezig?
- Bent u bezig?

- Tu estás muito ocupado.
- Você está muito ocupado.
- Você está muito ocupada.

Jij hebt het erg druk.

Não estás ocupado, pois sim?

Je bent niet ergens mee bezig, wel?

Eu estava muito ocupado ontem.

Ik had het gisteren erg druk.

Estarei ocupado até as quatro.

Tot vier uur zal ik bezig zijn.

Estou ocupado demais para ir.

Ik heb het te druk om te gaan.

Meu pai está sempre ocupado.

Mijn vader is altijd bezig.

Agora meu pai está ocupado.

Mijn vader heeft het nu druk.

Tom não parece estar ocupado.

Tom lijkt het niet druk te hebben.

Eu também não estou ocupado.

Ook ik ben niet bezig.

Tom diz que está ocupado.

Tom zegt dat hij bezig is.

Tom não parecia muito ocupado.

- Tom leek niet zo bezig te zijn.
- Tom leek het niet erg druk te hebben.

Todo mundo estava muito ocupado.

Iedereen was heel druk.

- Estou ocupado agora.
- Estou ocupado no momento.
- Estou ocupada no momento.
- Estou ocupada agora.

- Ik ben momenteel bezig.
- Ik ben nu bezig.

O esquilo estava ocupado coletando nozes.

De eekhoorn was bezig met noten verzamelen.

Ele está ocupado escrevendo uma carta.

Hij is bezig een brief te schrijven.

Tom está bastante ocupado neste momento.

Tom is nogal druk op dit moment.

- Estou muito ocupado.
- Tenho muitíssimo trabalho.

- Ik heb het erg druk.
- Ik ben druk bezig.
- Ik heb erg veel te doen.

Eu estava muito ocupado semana passada.

- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.

Você estará ocupado amanhã à tarde?

- Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Heb je morgen middag iets te doen?

O pai está ocupado escrevendo cartas.

Vader is bezig brieven te schrijven.

Meu pai está ocupado escrevendo cartas.

Vader is bezig brieven te schrijven.

Eu não estou muito ocupado agora.

Momenteel heb ik het niet erg druk.

- Hoje estou ocupado.
- Hoje estou ocupada.

Ik heb het druk vandaag.

Hoje tive um dia bastante ocupado.

Ik had een nogal drukke dag vandaag.

Você está ocupado agora dando aulas.

U bent nu bezig met lesgeven.

Estou muito ocupado, então não conte comigo.

- Ik ben erg druk, dus reken niet op mij.
- Ik heb het erg druk, reken dus niet op mij.

Eu estou ocupado procurando por um apartamento.

Ik ben bezig een apartement te vinden.

Tom disse a Maria que estava ocupado.

Tom heeft Mary gezegd dat hij bezig was.

Não posso ajudá-lo, pois estou ocupado.

Ik kan niet helpen, want ik ben bezig.

- Você está sempre ocupado?
- Você está sempre ocupada?

Heb je het altijd druk?

Eu disse a ela que não estava ocupado.

Ik heb hem gezegd dat ik niet bezig was.

- Você tem estado ocupado.
- Você tem estado ocupada.

- Je hebt het druk gehad.
- U bent druk geweest.
- U heeft het druk gehad.

- Estou ocupado no momento.
- Estou ocupada no momento.

- Ik ben momenteel bezig.
- Ik ben nu bezig.

O Tom está muito ocupado agora, não está?

Tom heeft het nu heel druk, nietwaar?

O cachorro estava ocupado enterrando seu osso no jardim.

De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.

Eu não posso ir contigo porque estou muito ocupado.

Ik kan niet met je meegaan omdat ik het erg druk heb.

Se não estiver ocupado, você poderia, por favor, me ajudar?

- Als je niet bezig bent, kan je me dan helpen?
- Als u niet bezig bent, kan u me dan helpen?
- Als jullie niet bezig zijn, kunnen jullie me dan helpen?

Agora eu estou ocupado porque eu tenho que organizar minha casa.

- Nu ben ik benomen, want ik moet mijn huis in orde brengen.
- Op het moment heb ik het druk want mijn huis moet worden schoongemaakt.

Vida é o que acontece enquanto você está ocupado fazendo outros planos.

Leven is wat er met je gebeurt terwijl je bezig bent met andere dingen.