Examples of using "Ganhando" in a sentence and their dutch translations:
- Maria won.
- Maria heeft gewonnen.
Tom is aan het winnen.
- Je won.
- Je was aan het winnen.
Onze ploeg is aan het winnen.
Ik win.
- Ik word dikker.
- Ik kom bij.
- Mijn gewicht neemt toe.
- Wie is er aan het winnen?
- Wie staat er voor?
We zijn aan het winnen.
- Tom is aan het winnen.
- Tom wint.
- Jij wint.
- U wint.
Iedereen wint.
Hij verslaat me met drie tegen nul.
Ik ben aangekomen.