Translation of "Futuro" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Futuro" in a sentence and their dutch translations:

- Venho do futuro.
- Eu sou do futuro.

Ik kom uit de toekomst.

- Ninguém conhece o futuro.
- Ninguém sabe o futuro.

Niemand kent de toekomst.

Não tenho futuro.

Ik heb geen toekomst.

Venho do futuro.

Ik kom uit de toekomst.

- Não há futuro nesse emprego.
- Esse emprego não tem futuro.

Er zit geen toekomst in dit werk.

Ninguém sabe o futuro.

Niemand kent de toekomst.

O futuro é incerto.

De toekomst is onzeker.

Olhe para o futuro.

Kijk naar de toekomst.

- Vejo um futuro brilhante para ti.
- Vejo um futuro brilhante para você.

Ik zie een briljante toekomst voor jou.

Você tem um futuro brilhante.

- Je hebt een zonnige toekomst.
- Je hebt een hoopvolle toekomst.
- Je hebt een rooskleurige toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst in het verschiet.
- Je hebt een zonnige toekomst voor je liggen.

Vivo no país do futuro.

Ik woon in het land van de toekomst.

Pense sobre o seu futuro.

- Denk aan je toekomst.
- Denk aan jullie toekomst.
- Denk aan uw toekomst.

Você quer saber o futuro?

Wil je de toekomst weten?

Sem ciência não há futuro.

Zonder de wetenschap is er geen toekomst.

Prepare-se para o futuro.

Maak je klaar voor de toekomst.

Não há futuro para ela.

Er is geen toekomst voor haar.

Ao projetarmos as cidades do futuro...

Als we steden van de toekomst ontwerpen...

Será esta uma visão do futuro?

Is dit een toekomstbeeld?

Tentarei não me atrasar no futuro.

In het vervolg zal ik proberen op tijd te komen.

Tom está ansioso sobre seu futuro.

Tom maakt zich zorgen over zijn toekomst.

O nosso país não tem futuro.

Ons land heeft geen toekomst.

As crianças são o nosso futuro.

De kinderen zijn onze toekomst.

- Tomarei conta dos meus pais no futuro.
- Vou tomar conta dos meus pais no futuro.

Later zal ik voor mijn ouders zorgen.

Acho que você deveria pensar no futuro.

Ik denk dat je over de toekomst moet nadenken.

O latim será a língua do futuro!

Latijn is de taal van de toekomst!

Nós discutimos nossos planos para o futuro.

Wij bespraken onze toekomstplannen.

Por favor, tenha mais cuidado no futuro.

- Wees alsjeblieft meer voorzichtig in de toekomst.
- Wees alsjeblieft voorzichtiger in de toekomst.

O seu futuro é cheio de possibilidades.

- Je toekomst zit vol met mogelijkheden.
- Uw toekomst zit vol met mogelijkheden.
- Jullie toekomst zit vol met mogelijkheden.

Esses problemas serão resolvidos num futuro próximo.

Die problemen zullen in de nabije toekomst opgelost worden.

O latim é a língua do futuro!

- Latijn is de taal van de toekomst.
- Latijn is de taal van de toekomst!

O que você gostaria de fazer no futuro?

Wat zou je in de toekomst willen doen?

A literatura é o futuro de uma nação.

Literatuur is de toekomst van een natie.

O futuro é um grande ponto de interrogação.

De toekomst is een groot vraagteken.

Estes problemas resolver-se-ão num futuro próximo.

Deze problemen zullen in de nabije toekomst worden opgelost.

é impossível prever o que o futuro lhes reserva.

...kunnen we niet voorspellen wat hun toekomst brengt.

Mas o futuro das crias... ... é muito menos certo.

Maar de toekomst van haar jongen... ...is minder zeker.

O futuro está mais próximo do que você pensa.

De toekomst is dichterbij dan je denkt.

Desenhem nesta folha o que vocês esperam do futuro.

Teken op dit vel wat jullie verwachten van de toekomst.

Use o tempo presente, preveja o futuro, recorde o passado.

Gebruik de tijd nu, voorzie de toekomst, en herinner u het verleden.

Hoje vamos estudar a grande potência do futuro: a China.

Vandaag zullen we het hebben over de grootmacht van de toekomst: China.

O futuro pertence àqueles que acreditam na beleza de seus sonhos.

De toekomst behoort aan hen die geloven in de schoonheid van hun dromen.

O Tom disse à Mary que ele podia prever o futuro.

Tom zei tegen Maria dat hij de toekomst kon voorspellen.

O passado não é mais e o futuro ainda não é.

Het verleden is voorbij en de toekomst is er nog niet.

Se não entrarmos num consenso, não sei qual será o futuro da companhia.

Als we geen overeenstemming bereiken, weet ik niet wat de toekomst van het bedrijf zal zijn.

Eu estou mais preocupado com você do que com o futuro do Japão.

Ik ben bezorgder om jou dan om de toekomst van Japan.

Viajo e percorro muitos quilómetros para tentar transmitir algo que será fundamental no futuro.

Ik reis zoveel om iets over te brengen... ...wat belangrijk zal zijn in de toekomst.

Eles estão presos em uma ocupação sempre crescente e sem futuro como um povo.

ze zitten vast onder een immer groeiende bezetting zonder toekomst als volk.

Do seu passado teria ela trazido algo, sobre o qual pudesse construir um futuro?

Zou ze iets uit haar verleden hebben meegenomen waarop ze een toekomst zou kunnen bouwen?

Nós temos o direito de exigir um futuro seguro para nós e para as gerações futuras.

Wij hebben het recht een veilige toekomst te eisen voor ons en voor de volgende generaties.

O passado só pode ser conhecido, não mudado. O futuro só pode ser mudado, não conhecido.

Het verleden kan men kennen, maar niet veranderen. De toekomst kan men veranderen, maar niet kennen.