Examples of using "Fez" in a sentence and their dutch translations:
Heb je dat gedaan?
Wat heeft hij gedaan?
Hij heeft het zelf gedaan.
- Wie heeft het gedaan?
- Wie deed het?
Je hebt goede beslissingen genomen...
- Heb je dat gedaan?
- Is het je gelukt?
Zij is 16 geworden.
Niemand doet dat.
Niemand heeft iets gedaan.
Hij heeft het zelf gedaan.
- Tom maakte spaghetti.
- Tom heeft spaghetti gemaakt.
Tom bakte brood.
Wie heeft die gemaakt?
- Dit heeft u gedaan.
- Dit heb jij gedaan.
- Wat heeft Jean gedaan?
- Wat heeft Jean gemaakt?
Jij hebt ’t gedaan!
Sami heeft koffie gemaakt.
Tom heeft koffie gemaakt.
Tom maakte brownies.
Tom deed niets.
Wil je weten wie dat gedaan heeft?
Wat deed ze precies?
- Wat heb je gedaan?
- Wat hebben jullie gemaakt?
Het medicijn werkte.
- Tom maakte overuren.
- Tom heeft overuren gemaakt.
- Hij deed het tegengestelde.
- Hij deed het tegenovergestelde.
Hij hield een rede.
Dat bracht me aan het lachen.
Heb je een mooie reis gemaakt?
Hoe heeft zij dat gedaan?
Hoe heeft hij dat gedaan?
Heb je het zelf gemaakt?
Heb je dat in je eentje gedaan?
Je hebt dit expres gedaan!
Heb je je huiswerk gedaan?
Ze maakte hem gelukkig.
- Hoe heb je het gehaald?
- Hoe heeft u het gehaald?
- Hoe hebben jullie het gehaald?
- Hoe heb je het gemaakt?
- Hoe hebben jullie het gemaakt?
- Hoe heeft u het gemaakt?
Heb je je huiswerk gedaan?
- Tom grijnsde.
- Tom trekkebekte.
Hij heeft een robot gemaakt.
Tom stelde veel vragen.
Hij stelde banale vragen.
Heeft u echt seks gehad?
Hij heeft het zelf gedaan.
- Tom deed het opzettelijk.
- Tom deed het expres.
- Tom heeft het avondmaal klaargemaakt.
- Tom heeft het diner bereid.
Wie heeft dit gebak gemaakt?
Tom deed niets.
Hij heeft het niet gedaan.
Tom deed dat eergisteren.
Hij deed wat hem gezegd werd.
- Tom maakte ontbijt.
- Tom heeft ontbijt gemaakt.
Tom deed dat als grap.
Je hebt je best gedaan.
- Waarom heb je dit gedaan?
- Waarom deed je dat?
Tom deed het toen hij dronken was.
Je hebt me in vuur en vlam gezet.
Doe je het alleen voor de kick?
Weet hij wat je hebt gedaan?
- Je stem deed me huilen.
- Je stem maakte me aan het huilen.
- Hoe heb je het gemaakt?
- Hoe hebben jullie het gemaakt?
- Hoe heeft u het gemaakt?
Mijn echtgenoot heeft een vasectomie ondergaan.
Wie heeft dat gedaan?
Ze heeft voor mij een cake gebakken.
Waarom heeft ze dat gedaan?
Heb je het huiswerk zelf gemaakt?
Wat heeft hij vandaag gedaan?
Niemand wist wie het gedaan had.
Misschien heeft hij het met opzet gedaan.
Tom deed het expres.
Hij heeft geen fout gemaakt.
Waarom heb je dit gedaan?
Heb je gedaan wat ik vroeg?
Hij maakte ontbijt.
Zij maakte ontbijt.
Maria maakte ontbijt.
- Je deed dat met opzet.
- Je hebt dat expres gedaan.
- Wat heb je gisteren gedaan?
- Wat heeft u gisteren gedaan?
- Wat hebben jullie gisteren gedaan?
Zij deed het voorzichtig.
- Ze heeft hem voor de gek gehouden.
- Ze hield hem voor de gek.
Ze masseerde hem.
Tom maakte Maria aan het huilen.