Translation of "Feito" in Dutch

- O feito, feito está.
- O que está feito está feito.

Wat gebeurd is, is gebeurd.

Feito.

Gedaan.

Bem feito.

Goed gedaan.

- Eu não teria feito.
- Eu não o teria feito.
- Eu não teria feito isso.
- Não teria feito isso.

- Ik zou het niet gedaan hebben.
- Ik zou dat niet hebben gedaan.

- Isso é bem feito para você.
- Bem feito.

Het is je verdiende loon.

- De acordo?
- Feito?

- Oké?
- Akkoord?
- Afgesproken?

- Bravo!
- Bem feito!

- Chapeau!
- Bravo!
- Goed gedaan.

Dito e feito.

Zo gezegd, zo gedaan.

- Ele nega ter feito aquilo.
- Ele nega tê-lo feito.

Hij ontkent dat hij dat gedaan heeft.

Pode ser feito, mas...

Het is mogelijk, maar...

Você poderia ter feito.

- Je had het kunnen doen.
- U had het kunnen doen.
- Jullie had het kunnen doen.

Do que é feito?

Waar is het van gemaakt?

Algo deve ser feito.

Er moet wat gedaan worden!

O dano está feito.

De schade is aangericht.

Espero ter feito bem.

Ik hoop dat ik het goed gedaan heb.

O que tem feito?

Wat heb je uitgespookt?

É feito de quê?

Waaruit bestaat het?

- Desculpe por tê-lo feito esperar.
- Desculpe por tê-la feito esperar.

Sorry dat ik u liet wachten.

- O terno é feito sob medida.
- O terno é feito por encomenda.

Het pak is op maat gemaakt.

Queijo é feito de leite.

Kaas wordt gemaakt van melk.

O que você teria feito?

Wat zou u gedaan hebben?

O trabalho está quase feito.

Het werk is bijna klaar.

- Parabéns!
- Bom trabalho!
- Bem feito!

- Goed werk!
- Mooi gedaan!
- Goed zo!
- Goed gedaan!
- Chapeau!
- Bravo!

Você é branco feito papel.

- Je bent zo wit als een laken.
- U bent zo bleek als een laken.

Isso é feito na Suíça?

Is dit in Zwitserland gemaakt?

Muito mais pode ser feito.

Er had veel meer kunnen worden gedaan.

- Isso pode ser feito em um dia.
- Isto pode ser feito em um dia.

Het kan in een dag worden gedaan.

- O que você fez?
- O que você tem feito?
- O que vocês têm feito?

Wat heb je gedaan?

- Eu não deveria ter feito isso sozinho.
- Eu não deveria ter feito isso sozinha.

Ik had dat niet alleen moeten doen.

O prato é feito de plástico.

Het bord is van plastic gemaakt.

Feito, mas só sob uma condição.

- Ik ga akkoord, maar slechts onder één voorwaarde.
- Ik accepteer, maar op één voorwaarde.
- Ik ga akkoord, maar op één voorwaarde.

O que eu devia ter feito?

Wat had ik moeten doen?

O pão é feito de trigo.

Brood wordt gemaakt van tarwe.

Tom não devia ter feito isso.

Tom had dat niet moeten doen.

Sinto muito tê-la feito esperar.

Het spijt me dat ik u heb laten wachten.

Aquele brinquedo é feito de madeira.

Dat speelgoed is van hout gemaakt.

Você não deveria ter feito isso.

U had dat niet hoeven doen.

Eu não deveria ter feito isso.

Ik had dat niet moeten doen.

É necessário que isso seja feito.

- Dit moet gedaan worden.
- Dit moet worden gedaan.

Vocês poderiam terem feito isso sozinhos.

Jullie hadden dat best zelf kunnen doen.

Tudo era feito pelo nosso bem.

Alles wordt voor ons bestwil gedaan.

- Sinto muito por tê-lo feito esperar tanto tempo assim.
- Sinto muito tê-lo feito esperar tanto.
- Sinto muito tê-la feito esperar tanto.

Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.

- Esse queijo é feito de leite de ovelha.
- Este queijo é feito de leite de ovelha.

Deze kaas is gemaakt van schapenmelk.

Parece ter sido feito com peças sobressalentes.

Het lijkt op iets wat gemaakt is van reserveonderdelen.

Espero que tenha feito uma boa viagem.

Ik hoop dat je een goede reis had.

Espero que tenhamos feito a coisa certa.

Ik hoop dat we het juiste hebben gedaan.

Eu sei o que precisa ser feito.

Ik weet wat gedaan moet worden.

Eu quero o trabalho feito com rapidez.

- Ik wil dat het werk vlug gedaan is.
- Ik wil dat het werk snel wordt gedaan.

Este trabalho é feito com muita precisão.

Dit werk is met veel precisie uitgevoerd.

Eis o porquê deles terem feito isso.

Dat is waarom ze het gedaan hebben.

Eu não deveria ter feito aquilo. Desculpe.

Ik had dat niet moeten doen. Het spijt me.

Eu não deveria ter feito isso sozinho.

Ik had dat niet alleen moeten doen.

Tom se arrependeu de ter feito aquilo.

Tom had er spijt van dat hij dat gedaan had.

- Eu sinto muito ter feito você esperar por tanto tempo.
- Sinto muito por tê-lo feito esperar tanto tempo assim.
- Sinto muito por tê-lo feito esperar tanto.

Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.

Pode ser feito. O homem pode fazê-lo.

Het is mogelijk. De mens kan het.

O vinho é feito a partir da uva.

Wijn wordt van druiven gemaakt.

Não deveria ter feito isso. Foi um erro.

- Ik had dat niet mogen doen. Het was verkeerd.
- Ik had dat niet moeten doen. Het was fout.
- Ik had dat niet moeten doen. Het was verkeerd.

Pão é feito com farinha, água e levedura.

Brood wordt gemaakt van meel, water en gist.

Muito obrigado por tudo que você tem feito.

- Erg bedankt voor al wat ge gedaan hebt.
- Veel dank voor alles wat jullie hebben gedaan.

Umeshu é um licor japonês feito de ameixa.

Umeshu is een Japanse likeur gemaakt van pruimen.

Sinto muito por tê-lo feito esperar tanto.

Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.

Este casal foi feito um para o outro.

Dat echtpaar is voor elkaar geschapen.

Você se arrepende de ter feito essa tatuagem?

Heb je er spijt van dat je die tatoeage hebt laten zetten?

- O que você fez?
- Que foi que você fez?
- O que você tem feito?
- O que vocês têm feito?

Wat heb je gedaan?

Eu acho que você não deveria ter feito isso.

Ik denk dat je dat niet had moeten doen.

Este traje de banho é feito de material elástico.

Dat badpak is uit elastisch materiaal gemaakt.

Você não deveria ter feito isso sem minha permissão.

Je zou het niet hebben moeten doen zonder mijn toestemming.

Não há provas de que Tom tenha feito isso.

Er is geen bewijs dat Tom dat heeft gedaan.

- Eu não conseguiria ter feito sem você. Obrigado.
- Não seria possível eu fazer isso sem você. Muito obrigada.
- Não poderia ter feito isso sem você. Obrigado.
- Não poderia ter feito isso sem você. Obrigada.

Zonder je had ik het niet kunnen doen. Bedankt.

- O que você fez hoje?
- O que vocês fizeram hoje?
- O que você tem feito hoje?
- O que vocês têm feito hoje?

- Wat hebt ge vandaag gedaan?
- Wat heb je vandaag gedaan?
- Wat heeft u vandaag gedaan?
- Wat hebben jullie vandaag gedaan?

- O que você poderia fazer?
- O que você poderia ter feito?
- O que vocês poderiam fazer?
- O que vocês poderiam ter feito?

Wat zou je kunnen hebben gedaan?

Porque a União Europeia não havia feito nada por ele.

omdat de EU niets voor hem gedaan had.

O chocolate é feito a partir de grãos de cacau.

Chocolade wordt gemaakt van cacaobonen.

Tom está fazendo uma lista do que precisa ser feito.

Tom maakt een lijst van wat er gedaan moet worden.

Eu sinto muito ter feito você esperar por tanto tempo.

Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.

Eu não sei se ele teria feito isso por mim.

Ik weet niet of hij het voor mij zou hebben gedaan.

O que quer que ele faça, ele faz bem feito.

Wat hij ook doet, hij doet het goed.

- Ele já é um homem.
- Já está um homem feito.

Hij is al een man.

- Ensina-me como é feito.
- Ensina-me como se faz.

Leer mij hoe men dat doet.

O Tom devia mesmo ter feito isso na semana passada.

Tom had dat echt vorige week moeten doen.

Eu teria feito isso pelo Tom se tivesse tido mais tempo.

Ik zou het voor Tom hebben gedaan, als ik meer tijd had gehad.

- Este produto é fabricado na Itália.
- Este produto é feito na Itália.

Dit product is gemaakt in Italië.

Esse livro foi feito para estudantes cujo japonês não é a língua nativa.

Dit boek is bedoeld voor leerlingen die de Japanse taal niet als moedertaal hebben.

Eu jantei ontem à noite, mas não acho que Tom o tenha feito.

Ik heb gisteravond gegeten, maar ik denk niet dat Tom gegeten heeft.

O político disse ter pagado todos os impostos e não ter feito nada ilegal.

De politicus zei dat hij al zijn belasting had betaald en niets illegaals gedaan had.

O Tequila Sunrise é feito com suco de laranja, tequila e xarope de groselha.

De Tequila Sunrise wordt gemaakt met sinaasappelsap, tequila en grenadine.

Depois de ter feito o seu dever de casa, ele foi para a cama.

Nadat hij zijn huiswerk had gedaan, ging hij naar bed.

Ele foi feito prisioneiro por seu rei cristão, Ella, que decidiu infligir uma morte terrível

Hij werd gevangengenomen door zijn christelijke koning Ella, die besloot de beroemde Viking

Não se envergonhe de arrepender-se de um feito, envergonhe-se de persistir no erro.

Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.