Examples of using "Dever" in a sentence and their dutch translations:
Hij deed zijn plicht.
Maak je huiswerk.
Tom haat huiswerk.
Ik heb huiswerk.
- Ik ben mijn huiswerk aan het maken.
- Ik maak mijn huiswerk.
Ik heb veel huiswerk.
De leraar gaf ons huiswerk.
Het is onze plicht om de wet altijd te gehoorzamen.
Het is de taak van de dokter om voor de zieken te zorgen.
Een recht zonder plicht is een privilegie.
Maak je huiswerk.
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
Mijn huiswerk gedaan hebbende, keek ik televisie.
- Ik heb vandaag geen huiswerk.
- Vandaag heb ik geen huiswerk.
Zij hielp hem met zijn huiswerk.
Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen.
Ik ben nog niet klaar met mijn huiswerk.
Ik heb een week de tijd om mijn huiswerk af te maken.
Hij heeft mij mijn huiswerk helpen maken.
- Ik denk dat het mijn plicht is deze kinderen te beschermen.
- Ik geloof dat het mijn plicht is om deze kinderen te beschermen.
Ik moet mijn huiswerk doen.
Het spijt me, ik ben vergeten mijn huiswerk te doen.
Onze leraar heeft ons veel huiswerk gegeven.
Vallen geeft niet, maar je moet wel opstaan.
Hij heeft ieder gevoel van plichtsbesef compleet verloren.
Tom was bijna vergeten zijn huiswerk te maken.
Heb je al je huiswerk afgemaakt?
Nadat hij zijn huiswerk had gedaan, ging hij naar bed.
- Ik zou Tom kunnen vragen me te helpen met mijn huiswerk.
- Ik zou Tom kunnen verzoeken me te helpen met mijn huistaak.
Heb je je huiswerk gedaan?
- Ik ben mijn huiswerk aan het maken.
- Ik maak mijn huiswerk.
Heb je je huiswerk al gedaan?
- Hebt gij uw huiswerk al af?
- Ben je al klaar met je huiswerk?
- Is je huiswerk al af?
- Ben je al klaar met je huiswerk?
- Heb je je huiswerk al af?
“De economie drijft landen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan uit elkaar”: zo vat La Stampa de gevolgen samen van recente uitspraken van Barack Obama. Daarin beweerde de Amerikaanse president dat de magere groeiperspectieven van de Verenigde Staten toe te schrijven zijn aan de slechte wijze waarop de eurocrisis wordt bestreden.
- U moet die vragen niet beantwoorden.
- Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
Moet je zondags werken?