Examples of using "Diga" in a sentence and their dutch translations:
- Zeg op!
- Vertel!
Zeg het.
- Niets zeggen!
- Zeg niets.
- Zeg 'aaa'.
- Zeg eens "aaa".
Zeg hallo.
Zeg vaarwel.
- Zeg "ahhh"!
- Zeg eens "ah!"
Zeg mij uw naam.
- Vertel het ze.
- Zeg het ze.
Zeg dat niet.
Zeg nooit nooit.
Spreek!
Zeg geen onzin!
- Lieg nooit!
- Vertel nooit leugens.
Zeg het op een andere manier.
Zwijg erover.
Zeg het in het Frans.
- Lieg nooit!
- Vertel nooit leugens.
Vertel me de waarheid.
- Spreek hierover met niemand.
- Zeg het tegen niemand.
- Wees eerlijk.
- Zeg het me eerlijk.
Niets zeggen, oké?
- Zeg steeds de waarheid.
- Zeg altijd de waarheid.
Duidelijk.
Zeg het.
Zeg nee tegen drugs.
Zeg het in het Russisch!
- Zeg het in het Hongaars!
- Zeg dat in het Hongaars.
Zeg nee tegen het vooroordeel!
Zeg het in het Engels.
Zeg geen woord.
Zeg me waar ze woont.
- Zeg "Dag" tegen uw vrienden.
- Zeg hallo tegen je vrienden.
Zeg mij wat ik moet doen.
Zeg me wat je wil.
Zeg het op een andere manier.
Zeg me waar ze woont.
Vertel eens waar je aan denkt.
Zeg alsjeblieft iets.
Zeg me wat je nodig hebt.
- Zeg wat ge denkt.
- Zeg wat je denkt.
Zeg het niet nog een keer, oké?
Vertel Tom waarom.
Zeg hem dat hij moet vertrekken.
Zeg gewoon ja of neen.
Zeg je vrienden gedag.
Zeg tegen papa dat hij moet komen.
Zeg dat niet alsjeblief.
Vertel me wie ze is.
Vertel me wie hij is.
Doe je ouders de groeten.
Zeg aan vader dat ik vlijtig ben.
Zeg Tom dat ik klaar ben.
- Zeg het me.
- Vertel het me.
- Zeg maar.
Zeg alsjeblieft.
- Zeg iets!
- Zeg iets.
Weet wat je zegt, maar zeg niet alles wat je weet.
Vraag hem alstublieft om te wachten.
Zeg haar, dat ik de was ophang.
Vertel me wat je hebt.
Zeg mij waar de wijn is.
- Zeg Tom de waarheid.
- Vertel Tom de waarheid.
Zeg je vrienden gedag.
Geef me jouw opinie, alsjeblieft.
- Wie heeft de ruit gebroken? Zeg me de waarheid.
- Wie heeft het raam gebroken? Vertel de waarheid.
Zeg "Dag" tegen uw vrienden.
Zeg niets over wat er hier gebeurd is.
Zeg tegen Tom dat ik van hem hou.
Wat wil je dat ik zeg.
Zeg me alstublieft hoe ik dat moet doen.
Wilt u dat ik u zeg wat ik hoop?
Zeg mij de naam van de negende maand.
Vertel me hoe ik het spel moet spelen.
Zeg hem dat ik niet binnen ben.
Vertel me alsjeblieft je naam.
Vertel niemand dat ik hier ben.
Geef me jouw opinie, alsjeblieft.
Vertel me wat er met hem is gebeurd.
Zeg alstublieft het alfabet achterstevoren op.