Examples of using "China" in a sentence and their dutch translations:
Ik vind China leuk.
Ik kom uit China.
Vind je China leuk?
Ik hou erg veel van China.
Het is populair in China.
- Ik kom uit China.
- Ik kwam uit China.
Ik kom uit China.
Hij is teruggekomen uit China.
Vind je China leuk?
Ik hou erg veel van China.
China is een enorm land.
Ik zou graag in China willen wonen.
Reuzenpanda's komen alleen in China voor.
Dit boek gaat over China.
Het coronavirus is in China ontstaan.
In China leert men ook Engels.
China is groter dan Japan.
Hij schreef een boek in China.
Papier is uitgevonden in China.
Hij heeft een boek geschreven over China.
China is een groot land.
Dit boek gaat over China.
- Mijn vader ging naar China.
- Mijn vader is naar China gegaan.
Peking is de hoofdstad van China.
Japan ligt dicht bij China.
Mijn ouders komen uit China.
Chili is geen China.
Hij bezocht China in 1998.
Meneer Wang komt uit China.
Xueyou heeft een kaart van China vast.
Mijn vader vertrok naar China.
Reuzenpanda's leven alleen in China.
Ik heb zes maanden in China gewoond.
China is groter dan Japan.
China is rijk aan natuurlijke grondstoffen.
Hij schreef veel boeken over China.
De kunstenaar tekende met Chinese inkt.
Ik studeer sinds tien maanden in China.
China is veel groter dan Japan.
In het zuiden van China is de situatie anders.
China is het grootste land in Azië.
Japan heeft diplomatieke betrekkingen met China.
Ze is heel bekend, zowel in India als in China.
Ze is heel bekend, zowel in India als in China.
China heeft meer dan een miljard inwoners.
De laatste keer dat ik naar China ging, bezocht ik Shanghai.
De bevolking in China is acht keer groter dan die in Japan.
- De bevolking in China is acht keer groter dan die in Japan.
- De bevolking van China is acht keer die van Japan.
Deze vogel leeft in Japan noch in China.
Vandaag zullen we het hebben over de grootmacht van de toekomst: China.
Het oosten van China biedt gunstige voorwaarden voor de verbouw van tarwe.
Ik wil graag in China studeren om het niveau van mijn Chinees te verbeteren.
Wat zou er gebeuren als twee grootmachten met verschillende talen - zoals de Verenigde Staten en China - zouden overeenkomen bij wijze van proef Esperanto te onderwijzen in de basisscholen?
China grenst aan Pakistan, India, Afghanistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Kazachstan, Noord-Korea, Laos, Vietnam, Nepal, Bhutan, Myanmar, Mongolië en Rusland.