Examples of using "Bonita" in a sentence and their dutch translations:
Wat een mooie meid!
- Zij is mooi.
- Ze is knap.
Ze is knap.
Zij is mooi.
- Het meisje is knap.
- Het meisje is mooi.
Je bent heel mooi.
- Je ziet er geweldig uit.
- Je bent prachtig.
Het is heel mooi!
Wat een mooi huis!
Ben ik knap?
Dat meisje is heel knap.
Die roos is heel mooi.
Tom vond Mary mooi.
- Mijn zus is knap.
- Mijn zus is mooi.
Wat ben je mooi!
Je bent heel mooi.
Wat mooi!
Deze bloem is mooi.
Deze kleur is mooi.
Marie is een erg mooie vrouw.
Deze roos is mooi.
De vrouw is mooi.
De bloem is mooi.
Amerika is prachtig.
Die vrouw is prachtig.
Het huis is mooi.
Praag is erg mooi.
Ze is erg knap.
Je bent erg knap.
Californië is prachtig.
- Het meisje is knap.
- Het meisje is mooi.
- Zij is zeer mooi.
- Ze is erg knap.
Zij is mooi.
Ze is een knappe vrouw.
Je hebt een mooie stem.
- Deze vlag is heel mooi.
- Deze vlag is erg mooi.
- Geen van beide is mooi.
- Geen van beiden is mooi.
Je moeder is erg mooi!
Dat meisje is heel knap.
De volle maan is prachtig.
Die brug is erg mooi.
Maria is de knapste van beiden.
Deze bloem is mooier dan die.
Ze zong met een mooie stem.
Ze is even intelligent als mooi.
Vlinder is een heel mooi woord.
- Wat een mooi huis!
- Wat een prachtig huis!
Ze wordt steeds knapper.
Het Servisch is een heel mooie taal.
Ik weet dat ze mooi is.
Trang is net zo mooi als Dorenda.
Dat is een heel mooie stad.
Tel Aviv is een mooie stad.
Kioto is op zijn mooist in de herfst.
- Je ziet er prachtig uit.
- U ziet er prachtig uit.
- Jullie zien er prachtig uit.
Kyoto is een prachtige stad.
Wat is de maan vanavond mooi!
Toms stem is mooi.
- Mijn zuster was een heel mooie vrouw.
- Mijn zus was een erg knappe vrouw.
John zei: "Dat is een mooie melodie."
Zij is zo schattig als haar zuster.
Ze is zo mooi als Sneeuwwitje.
Ze wordt steeds mooier.
Zij is mijn mooiste vriendin.
Het uitzicht vanaf de top is erg mooi.
Ik hou van sneeuw. Het is zo mooi!
Moeder kocht een prachtige pop voor haar.
- Zij is zeer mooi.
- Ze is erg knap.
Op die grasrijke vlakten grazen schapen met mooie wol.
Parijs is de mooiste stad van de wereld.
Het meisje dat in de bakkerij werkt, is knap.
De vrouw is mooi.
- Het leven is mooi.
- Het leven is prachtig!
Jij bent het mooiste meisje ter wereld.
Florence is de mooiste stad van Italië.
- Mijn zus is knap.
- Mijn zus is mooi.
Zij is de mooiste vrouw van allemaal.