Examples of using "Zaczął" in a sentence and their dutch translations:
Hij begon te zingen.
Hij begon te huilen.
Hij begon te roepen.
Hij begon te rennen.
Daarom begint hij te grommen.
Tom begon te dansen.
- Het is begonnen te sneeuwen.
- Het is beginnen te sneeuwen.
Hij begon ermee!
Tom begon te hoesten.
Tom begon over te geven.
Het is weer gaan sneeuwen.
Een goed begin is het halve werk.
Maar op een bepaald ogenblik begon Picquart te denken:
bevallend van haar derde kind.
Het begon te regenen.
maar opeens begon hij streepjes te spammen in de chat,
Ik had nog niet opgehangen of de telefoon ging alweer over.