Examples of using "Wujek" in a sentence and their dutch translations:
Mijn oom is rijk.
Mijn oom heeft mij een boek gegeven.
- Hoe oud is jouw oom?
- Hoe oud is uw oom?
- Hoe oud is jullie oom?
Mijn oom gaf hem een geschenk.
Gisteren heeft mijn oom een hond gekocht.
Is jullie oom nog steeds in het buitenland?
Mijn oom gaf me dit horloge.
De broer van mijn vader is mijn oom.
Mijn oom woont in New York.
Mijn oom komt ons morgen een bezoek brengen.
Mijn oom is gisteren overleden aan maagkanker.
Mijn oom heeft twee jaar in Washington D.C. gewoond.