Examples of using "Minut" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb tien minuten lang gewacht.
We hebben tien minuten gewacht.
- Gelieve vijf minuten te wachten.
- Wacht alsjeblieft vijf minuten.
Ik kom over enkele minuten terug.
De trein gaat iedere dertig minuten.
Over tien minuten ben ik vrij.
De klok loopt tien minuten achter.
Iedere tien minuten gaat er een bus.
Hij is over tien minuten terug.
Vijf minuten daarna
Hij zal er over tien minuten zijn.
Ik ga alle dertig minuten naar de wc.
Laat de thee tien minuten trekken.
We moesten tien minuten op hem wachten.
De trein is vandaag tien minuten te laat.
Om de zoveel minuten volgt een belangrijke beslissing.
- De school bevindt zich te voet op vijf minuten van het station.
- De school bevindt zich op minder dan vijf minuten lopen van het station.
...en dan laat ik het tien minuten liggen, de rook vult de grot...
En dan krijg je een prachtig tijdsvenster van tien, vijftien minuten.
Ik ben net opgestaan. Geef me alsjeblieft een paar minuten om me klaar te maken.
- De school bevindt zich te voet op vijf minuten van het station.
- De school bevindt zich op minder dan vijf minuten lopen van het station.
Zonder lucht kan men zelfs geen 10 minuten blijven leven.
We hebben nu 30 minuten om hulp in te schakelen... ...en naar het ziekenhuis te komen.
We hebben nu 30 minuten om hulp in te schakelen... ...en naar het ziekenhuis te komen.
Als je wordt gebeten heb je zo'n 60 minuten... ...voordat dit gif je luchtwegen begint af te sluiten.