Examples of using "Spotkaliśmy" in a sentence and their dutch translations:
We kwamen elkaar tegen aan de luchthaven.
Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?
We hebben elkaar eerder ontmoet.
Aangenaam kennis te maken.
- "Ken ik jou niet ergens van?" vroeg de student.
- "Ken ik u niet ergens van?" vroeg de student.
Wij hadden een geheime ontmoeting.
Ik weet niet of je me nog herinnert, maar we hebben elkaar een paar jaar geleden in Boston ontmoet.