Examples of using "One" in a sentence and their dutch translations:
Ze zijn geel.
Helo 1... ...dit is Bear.
BG aan Helo 1...
Bear aan Helo 1...
- Ze vielen flauw.
- Zij vielen flauw.
- Ze zijn flauwgevallen.
- Zij zijn flauwgevallen.
Ze zijn te groot.
Hoeveel kosten ze?
het zijn allemaal starre reacties.
- Het zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven.
- Het zijn neven.
Ze zijn prachtig.
Dat is volgens het State Department een potentieel wapen.
B.G. aan Helo 1, ik ben er slecht aan toe.
Ze verdienen goede zorg!
B.G. aan Helo 1, ik ben er slecht aan toe.
Ze zijn heel groot.
Zijn ze nieuw?
Oh, mijn witte broek! Zij was nieuw.
zodat die hol werden, net als bij vogels nu,
Hij zegt dat deze slang voor meer doden zorgt... ...dan welk ander slangenras dan ook op aarde...
...maar in werkelijkheid begraven tarantula's zich onder de grond.
Als ze grote klauwen hebben dan zijn dat hun wapens.
- Huil met de wolven.
- Huilen met de wolven in het bos.
Als je door dit spul loopt... ...snijdt het je aan gort.
en de suggestie is dat ze hielpen om klimaatverandering te matigen.
Wat willen ze van ons?
- Ze zijn raar.
- Zij zijn raar.
Als je op de tekst van het liedje let, dan gaat het eigenlijk nergens over.
- Ze zijn onbetrouwbaar.
- Zij zijn onbetrouwbaar.
Ze zijn er al.
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.