Translation of "Mną" in Dutch

- Tęskniłeś za mną?
- Tęskniłaś za mną?

- Hebt ge mij gemist?
- Mis je me?

Chodźcie ze mną.

Je komt met me mee.

Chodź za mną.

Volg me.

Zostań ze mną.

Blijf bij mij.

Tęsknisz za mną?

Mis je me?

Idziesz ze mną?

Komen jullie met me mee?

Zatańczysz ze mną?

- Wil je met me dansen?
- Wil je met mij dansen?

Idź za mną.

- Volg me.
- Kom achter me aan.
- Volg mij.

Powtarzaj za mną.

Herhaal na mij!

Chodź ze mną.

Kom mee!

Chodź ze mną!

Kom met mij mee.

Zgodził się ze mną.

Hij was het met me eens.

Czy zagrasz ze mną?

Wil je met me spelen?

Musisz pójść ze mną.

Je moet met mij meekomen.

Chcesz zatańczyć ze mną?

- Wil je met me dansen?
- Wilt u met me dansen?
- Wil je met mij dansen?

Proszę powtarzać za mną.

Herhaal wat ik zeg, alstublieft.

Proszę, idź za mną.

- Volg mij alstublieft.
- Volg me.
- Volgt u mij maar, als het u belieft.
- Volgt u mij, alstublieft.

Kto idzie ze mną?

Wie komt er met mij mee?

Nie tęskniłeś za mną?

Mis je me niet?

Nie tęsknisz za mną?

Mis je me niet?

Kto pójdzie ze mną?

Wie komt er met mij mee?

Chodź ze mną pływać.

Kom met me zwemmen.

On idzie przede mną.

Hij loopt voor mij.

Zaśpiewaj ze mną piosenkę.

Zing een liedje met mij.

Czemu ze mną nie zatańczysz?

Waarom komt u niet met me dansen?

Kot lubi ze mną spać.

De kat slaapt graag naast me.

On jest zawsze ze mną.

Hij is altijd bij mij.

Trzy osoby czekały przede mną.

Voor mij stonden er drie wachtenden in de rij.

Chciałeś się ze mną widzieć?

- Wilden jullie me zien?
- Wilde u me zien?
- Wilde hij me zien?
- Wilde je me zien?

Ze mną wszystko w porządku.

- Ik ben in orde.
- Ik ben oké.

Czy chciałbyś ze mną zatańczyć?

- Wil je met me dansen?
- Wilt u met me dansen?
- Wil je met mij dansen?

Przede mną wyłoniła się dziewczyna.

Een meisje verscheen voor me.

Czy chcesz iść ze mną?

Wil je met me mee?

Chciałabym, żebyś była ze mną.

Ik wou dat je bij me was.

Rozmawiał ze mną o tym.

Hij sprak er met mij over.

Pójdziesz ze mną na koncert?

Ga je met mij naar het concert?

No już, za mną. No już!

Kom op, hou me bij. Kom op.

Nawet nie pożegnał się ze mną.

Hij heeft niet eens afscheid van me genomen.

Idź za mną, pokażę ci drogę.

Volg me en ik zal je de weg wijzen.

Tom nie chciał ze mną rozmawiać.

Tom wilde niet met me praten.

Dziękuję za spotkanie się ze mną.

Dank u wel dat u mij wilde ontmoeten.

Chcesz iść ze mną na koncert?

- Wilt ge met mij naar het concert gaan?
- Wil je met mij naar het concert gaan?

Mój pies idzie wszędzie ze mną.

Mijn hond gaat overal met me mee.

- Udawaj mnie.
- Udawaj, że jesteś mną.

Doe alsof je mij bent.

On mieszka sześć domów za mną.

Hij woont zes huizen van me vandaan.

Dlaczego ktoś poza mną ma się przejmować

waarom zou het behoud van reuzemossels iemand wat kunnen schelen?

Nie rozumiem co się ze mną dzieje.

Ik begrijp niet wat me overkomt.

Czemu ze mną o tym nie porozmawiasz?

Waarom praat jij niet daarover met mij?

Bill, Chodź ze mną, tez się uniesiesz.

Bill, als je met me meegaat, dan drijf jij ook.

Wy dowodzicie, jesteście tu ze mną. Wy decydujecie.

Jij bent de baas, jij gaat me me mee. Jij bepaalt.

Więc chcecie zbadać tunel wodny? Chodźcie ze mną.

Wil je de watertunnel verkennen? Oké, jij komt met me mee. Kom op.

W grupie ze mną byli Mujica i Rosencof.

Mijn groep was Mujica, Rosencof en ik.

Mam nadzieję, że zgodzicie się tu ze mną.

Ik hoop dat je me wilt volgen,

Granice między nią a mną zdawały się znikać.

De grenzen tussen haar en mij leken op te lossen.

Nie mam nikogo, kto mógłby podróżować ze mną.

- Er is niemand die met mij mee wil.
- Ik heb niemand die met mij zou reizen.

Idę na dwór się pobawić. Idziesz ze mną?

Ik ga buiten spelen. Ga je mee?

Tom powiedział, że chce się ze mną ożenić.

Tom zei dat hij met me wil trouwen.

Ten wypadek nie ma nic wspólnego ze mną.

Dit ongeluk heeft niets met mij te maken.

Wygląda na nieświadomego konfliktu między moim ojcem i mną.

Hij lijkt zich niet bewust van het conflict tussen mijn vader en mij.

To jasne, że on nie chce ze mną rozmawiać.

Het is volkomen duidelijk dat hij niet wil praten met mij.

- U mnie wszystko w porządku.
- Ze mną wszystko w porządku.

- Het gaat mij goed.
- Het gaat goed met mij.
- Mij gaat het goed.
- Ik ben oké.

Jeśli naprawdę chcesz ze mną porozmawiać, to teraz albo nigdy.

Als je echt met me spreken wilt, is het nu of nooit.

I zapędza mnie, żeby mogła znaleźć się między homarem a mną.

Ze plaatste zich tussen mij en de kreeft.

- Ken pobił mnie w szachy.
- Ken wygrał ze mną w szachy.

Ken heeft tegen mij gewonnen met schaken.

Jedyna różnica między mną a szaleńcem to fakt, że nie zrobiłem nic szalonego.

Het enige verschil tussen mijzelf en een krankzinnige is dat ik niet krankzinnig ben.

Jam jest Latający Potwór Spaghetti. Nie będziesz miał innych potworów przede Mną (za Mną mogą być, tylko się zabezpiecz). Jedynym potworem zasługującym na wielką literę jestem Ja! Inne potwory są fałszywymi potworami, niezasługującymi na wielką literę.

Ik ben het vliegende spaghetti-Monster. Gij zult vóór Mij niets hebben met andere monsters. (Daarna is het OKE, maar gebruik een condoom.) Het enige monster dat hoofdletters verdient ben Ik wel! Andere monsters zijn valse monsters en verdienen het gebruik van hoofdletters niet.