Examples of using "Ilu" in a sentence and their dutch translations:
Hoeveel broers heb je?
Aan hoeveel mensen heb je het verteld?
Hoeveel intieme vrienden heb je?
Hoeveel studenten zijn er in totaal?
Hoeveel leerlingen zijn er in totaal?
- Hoeveel uren slaap heb je nodig?
- Hoeveel uur slaap heb jij nodig?
- Ieder zijn ding.
- Over smaak valt niet te twisten.
Hoeveel mensen wonen er op Antarctica?
Hoeveel inwoners heeft deze stad?
Hoeveel van jullie hebben niet ooit gezorgd voor een dier?
Hoeveel zussen heb je, en hoeveel broers?
Hoeveel jongens zijn er in deze klas?
Hoeveel jongens zijn er in jullie klas?
Hoeveel leerlingen zitten er in jouw klas?
Hoeveel jongens zijn er in deze klas?
Hoeveel talen spreek je goed?
Hij vroeg aan de politieman hoeveel mensen de vorige dag omgekomen waren bij verkeersongevallen.