Examples of using "Powiedziałeś" in a sentence and their dutch translations:
Wat heb je gezegd?
Heb je het Tom verteld?
Aan hoeveel mensen heb je het verteld?
Heb je de waarheid verteld?
- Waarom heb je het haar niet verteld?
- Waarom heb je het haar niet gezegd?
Kan je het niet meer herinneren wat je hebt gezegd?
- Wat heb je gezegd?
- Wat zegt u?
- Wat hebben jullie gezegd?
Heb je hem niets gezegd?
- Zei je iets?
- Zei u iets?
- Zeiden jullie iets?
Wat zei je? Het spijt me, ik was in gedachten verzonken.
Heb je gezegd dat ik nooit zou kunnen winnen?
Je hebt me nog steeds niet verteld waar je woont.
Wat je zei, slaat nergens op.
Wat je gezegd hebt, kan je niet terugnemen.
- U heeft Tom gezegd niet te komen, nietwaar?
- Jij hebt Tom gezegd niet te komen, nietwaar?
- Ik kan nog steeds niet geloven dat je niks zei.
- Ik kan nog steeds niet geloven dat je niets zei.
Ik dacht dat je zei dat Tom vroeger in Boston woonde.
Je hebt geen woord gezegd.
Waarom heb je dat gezegd?
- Tom zal nooit weten dat jij het was die me het vertelde.
- Tom zal nooit weten dat u het was die me het vertelde.
Als men een wenkbrauw optrekt, kan dit betekenen "ik wil seks met je hebben," maar ook "dat wat je net zei, vind ik volstrekt onnozel."