Examples of using "Bogata" in a sentence and their dutch translations:
- Ik wenste dat ik rijk was.
- Ik zou rijk willen zijn.
- Was ik maar rijk.
Ze is rijk.
Ze is rijk maar ongelukkig.
Mijn familie is niet rijk.
Ze is noch rijk, noch beroemd.
Ik zou graag rijk willen zijn en me geen zorgen te hoeven maken over geld.