Examples of using "Stanza" in a sentence and their dutch translations:
Kom in de kamer.
Verlaat de kamer.
Zij ging de kamer uit.
- Hij ging uit de kamer.
- Hij verliet de kamer.
- Hij ging de kamer binnen.
- Hij kwam de kamer binnen.
Heb je een kamer in het hotel gereserveerd?
Heb je je kamer schoongemaakt?
Ik heb een kamer nodig.
- Waarom kwam je uit de kamer?
- Waarom kwam je de kamer uit?
Slaap je in de logeerkamer?
Mayuko kwam de kamer binnen.
Hij was de enige in de kamer.
- Je kunt hier in deze kamer lunchen.
- Jullie kunnen hier in deze kamer lunchen.
Hij is in zijn kamer aan het spelen.
Ik zag hem de kamer binnengaan.
Maak de kamer schoon.
De kamer lag geheel overhoop.
Tom was alleen in de kamer.
Ik zag de man de kamer binnengaan.
Deze kamer is rustig.
- Ga nou maar naar je kamer.
- Ga maar gewoon naar je kamer.
Die kamer wordt als keuken gebruikt.
- Wat is je kamernummer?
- Wat is uw kamernummer?
- Wat is jullie kamernummer?
- Wat is jouw kamernummer?
Hij luisterde naar muziek op zijn kamer.
Ik heb een grotere kamer nodig.
We zaten in het midden van de kamer.
Hij is de sleutel van zijn kamer kwijt.
- Ik ben Toms kamergenoot.
- Ik ben Toms kamergenote.
Toen ik uit de kamer kwam waar de moeder lag,
De kaarsen verlichtten de kamer.
Dit is kamer 839.
Er is niemand in de kamer.
Ze verliet de kamer zonder afscheid te nemen.
- Ik volgde hem naar zijn kamer.
- Ik volgde hem tot in zijn kamer.
Deze kamer heeft airconditioning.
Hou uw kamer proper.
Ik wil een kamer met een douche.
Welke voorwerpen zijn er in de kamer?
Hij is in zijn kamer aan het spelen.
Tom ging zenuwachtig de kamer binnen.
Er was niemand in de kamer.
Heb je een kamer in het hotel gereserveerd?
De kamer is aan het opwarmen.
Is er iemand in deze kamer?
Deze kamer is groot genoeg.
- Is er iemand in de kamer ernaast?
- Is er iemand in de kamer hiernaast?
Het is warm in deze kamer.
Er is een vrouw in de kamer.
Je moet je kamer opruimen.
Er zijn geen handdoeken in kamer vijftien.
Hij verliet de kamer.
Hij verduisterde de kamer.
Help je Tom altijd zijn kamer schoon te maken?
Speel niet met de bal in deze kamer.
Ik woon met mijn kamergenoot.
Ik zal de kamer een goede schoonmaakbeurt geven.
- Ik heb haar mijn kamer getoond.
- Ik heb hem mijn kamer getoond.
- Ik heb haar mijn kamer laten zien.
Kamer te huur.
Deze kamer is niet zo groot.
Tom heeft zijn eigen kamer.
Toms kamer is leeg.
- In deze kamer mag niet gerookt worden.
- Je mag in deze kamer niet roken.
De lucht in deze kamer is vuil.
Er is een televisie in deze kamer.
Tom en ik delen een kamer.
Tom is in Mary's kamer.
- Ze zijn beiden in de kamer.
- Ze zijn allebei in de kamer.
Heeft u een tatami-kamer voor tien personen?
- Ik slaap in mijn kamer.
- Ik slaap in mijn slaapkamer.
- Ik heb haar mijn kamer getoond.
- Ik heb haar mijn kamer laten zien.
We moeten een ruimte voor ons feest huren.
Zal de ruimte beschikbaar zijn voor vergaderingen?
Hij luisterde naar muziek op zijn kamer.
- Ik heb hem ertoe gebracht mijn kamer te kuisen.
- Ik heb hem ertoe gebracht mijn kamer schoon te maken.
De geur van lelies vulde de kamer.
Hij verliet de kamer toen ik binnenkwam.
Ik ben Paul, jouw kamergenoot.
Er zijn geen stoelen in deze kamer.
De geur van rozen vulde de kamer.
Tom wilde niet naar zijn kamer gaan.
Je mag in deze kamer niet roken.
Ook Tom en Maria waren in de kamer.
- Dit is het uitzicht vanuit zijn kamer.
- Dit is het uitzicht vanuit haar kamer.
Deze kamer is twaalf bij vierentwintig voet.
Roken is in dit vertrek niet toegestaan.
Deze ruimte wordt voor verschillende doeleinden gebruikt.