Examples of using "Uscita" in a sentence and their dutch translations:
Ze is weg.
- Ze is weg.
- Ze is vertrokken.
Ze ging wandelen.
Zij ging de kamer uit.
Ik ging naar buiten, ook al regende het.
Ben je gisteravond uitgeweest?
Ze ging wandelen.
De maan verscheen van achter de wolken.
Toen besloot de grootste jongen van het woud de indringers... ...de jungle uit te zetten, en begon de achtervolging.