Examples of using "Può" in a sentence and their dutch translations:
Het kan waar zijn of niet.
Niemand kan jou vervangen.
Hij mag komen.
Hij kan zingen.
- Niets kan ons tegenhouden.
- Niets kan ons stoppen.
Het kan gevaarlijk zijn.
Men kan het herbouwen.
Iedereen mag deelnemen.
Niets kan ons nu nog stoppen.
Hij kan je niet helpen.
- Tom kan je niet helpen.
- Tom kan u niet helpen.
- Tom kan jullie niet helpen.
Wat kan het zijn?
- Kan iemand me helpen?
- Wil iemand me even helpen?
Hij kan morgen vertrekken.
Hij kan in de hel verrotten.
Wie niet kan vragen, kan niet leven.
Misschien komt hij vandaag.
Hij kan niet ziek zijn.
Kan het wachten?
Hij kan zingen.
Hij kan niet ontsnappen, maar wel terugvechten...
- U mag nu gaan, meneer.
- U kunt nu gaan, meneer.
- Het kan niet waar zijn.
- Dat kan niet waar zijn.
Het kan verwarrend zijn in het begin.
Hoe kan je Tom nou niet aardig vinden?
Het kan niet lang duren.
Dit zou u kunnen interesseren.
- Roken kan dodelijk zijn.
- Roken kan doden.
Dat kan wachten.
Dat kan gevaarlijk zijn.
Madonna kan zingen.
Tom kan helpen.
Kan hij Japans spreken?
- Dat kan waar zijn.
- Dat zou kunnen.
Dat kan niet!
- Iedereen mag dit woordenboek gebruiken.
- Iedereen mag van dit woordenboek gebruikmaken.
- Tom kan vannacht niet werken.
- Tom kan vanavond niet werken.
U mag gaan.
- Jullie mogen gaan.
- U mag gaan.
Kan dit nu gedaan worden?
- U kan helpen.
- Jullie kunnen helpen.
Kunt u ons helpen?
Kan iemand uw verhaal bevestigen?
Als het erin trekt, kan het blaren veroorzaken... ...en je handen laten bloeden.
Hij kan zoiets zeggen.
het kan een knoop zijn, het kan een sneeuwbol zijn,
Hij kan ons niet zien.
Hij kan trots zijn op zijn vader.
Hoe gaan we dat doen?
Hier zou het kunnen.
Zo is het goed. We gaan.
...kan het gezin eten.
...kan een zegen zijn.
Het kan niet waar zijn.
- Misschien heeft Tom gelijk.
- Tom heeft misschien gelijk.
Niemand kan het verstaan.
Niemand kan alles weten.
Het kan zijn dat Tom vandaag komt.
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
- Kunt ge dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen, alstublieft?
Kunt u dat bewijzen?
Het kan duur zijn.
Waar kan ik bellen?
Kan iemand anders antwoorden?
- Misschien kan Tom helpen.
- Misschien kan Tom wel helpen.
- Er kunnen overlappingen ontstaan.
- Overlappingen kunnen zich voordoen.
- Er kunnen overlappingen optreden.
Een vogel kan vliegen.
- Het avondeten kan wachten.
- Het diner kan wachten.
Hij kan acht talen spreken.
Hij kan ziek zijn geweest.
Je hond is misschien heel depressief.
Het kan in een dag worden gedaan.
Kan hij ons zien?
Je mag blijven.
Zonder zuurstof kun je niet leven.
Niets kan erger zijn dan dat.
- Kan je blijven?
- Kunt u blijven?
- Kunnen jullie blijven?
Dat kan geen echte diamant zijn.