Examples of using "Nessuno" in a sentence and their dutch translations:
Niemand speelde vals.
Niemand lachte.
Niemand kan jou vervangen.
Niemand begrijpt je.
Niemand sliep.
Niemand heeft gelogen.
Niemand herinnert het zich.
Niemand weet het.
Niemand lachte.
Niemand antwoordde.
Niemand glimlachte.
Niemand liep.
Niemand heeft iets gedaan.
Niemand heeft iets gezien.
Er is niemand gekomen.
Niemand wil het.
- Niemand was gewond.
- Niemand is gewond geraakt.
- Niemand werd gewond.
- Niemand raakte gewond.
- Niemand was aanwezig.
- Er was niemand.
Niemand woont daar.
Niemand antwoordde.
Niemand heeft honger.
Niemand lijkt hen te kennen.
Niemand wist dat.
- Er is niemand hier.
- Hier is er niemand.
Niemand kan mij helpen.
Niemand bood zich aan.
Je kent hier niemand.
Niemand beoordeelt u.
Waarom helpt niemand je?
Niemand vindt het leuk.
- Niemand stierf.
- Niemand is gestorven.
Niemand doet dat.
Niet bewegen!
Niemand vroeg.
Niemand lette op haar.
Ik heb niemand.
Er is niemand gekomen.
Niemand komt erachter.
Ik ben voor niemand bang.
Niemand geeft er iets om.
Er lacht niemand.
- Niemand is ernaartoe gegaan.
- Niemand ging ernaartoe.
- Niemand begrijpt het.
- Niemand begrijpt.
Niemand luistert.
Niemand sliep.
Niemand sterft.
Vertel het aan niemand hoor.
Niemand heeft het me geleerd.
Niemand vindt dit interessant.
- Spreek hierover met niemand.
- Zeg het tegen niemand.
Er is niemand zoals jij.
Niemand van ons zal je helpen.
Er is niemand gekomen vandaag.
Niemand antwoordde op de vraag.
Ik wil niemand pijn doen.
Ik heb niemand gezien.
Niemand zag me.
Niemand bood zich aan.
Gelukkig werd er niemand gewond.
Niemand kan me nog helpen.
Niemand houdt van oorlog.
Niemand luistert naar ons.
Ik verwachtte niemand.
Niemand zit hier.
Je kent hier niemand.
Niemand dwong je om mij te helpen.
Niemand kwam mij helpen.
Niet doorvertellen.
Niemand vergat mijn land.
- Niemand is perfect.
- Niemand is volmaakt.
Niemand weet waar het is.
Niemand wist dat.
- Niemand houdt van mij.
- Niemand houdt van me.
Niemand zal me geloven.
Niemand gelooft me.
Niemand is gelukkig.
Niemand is onmisbaar.
Er lacht niemand.
Er was niemand aanwezig.
Niemand zal Tom vinden.
Niemand wil sterven.