Examples of using "Partirà" in a sentence and their dutch translations:
- Tom zal overmorgen vertrekken.
- Tom vertrekt overmorgen.
De trein zal binnenkort vertrekken.
- Hij gaat volgende maand naar Parijs.
- Hij vertrekt volgende maand naar Parijs.
Ga je morgen vertrekken?
- Wanneer vertrekt ge?
- Wanneer vertrek je?
De trein zal binnenkort vertrekken.
Wanneer gaat Tom weg uit Boston?