Examples of using "Dove" in a sentence and their dutch translations:
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar woont u?
Waar zul je zijn?
Waar werk je?
- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ga je naartoe?
- Waar gaat u naartoe?
- Waar gaat u heen?
- Waar gaan jullie heen?
Waar beginnen wij?
Waar schrijft u?
Waar zult ge zijn?
- Waar woont hij?
- Waar woont ie?
Waar wonen ze?
Waar moet ik beginnen?
Weet je waar ik woon?
Waar wil je wonen?
- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ga je naartoe?
- Waar gaat u heen?
Waar studeer je?
Waar zijn ze?
Waar ben ik?
Waar zullen zij zijn?
Waar waren we gebleven?
- Weet ge waar ik woon?
- Weet u waar ik woon?
- Waar woon je nu?
- Waar woont u nu?
- Waar woon je tegenwoordig?
Waar wilt ge naartoe?
- Waar waren jullie?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je?
- Waar zijn jullie geweest?
- Waar kom je vandaan?
- Waar komt u vandaan?
Waar zijt ge?
Waar zie je hem?
Je weet waar ik zal zijn.
- Waar heb je gestudeerd?
- Waar studeerde je?
Waar ga je vandaag lunchen?
Waar heb je geparkeerd?
- Waar wilt ge naartoe?
- Waar wil je heen?
- Weet ge waar ik woon?
- Weet je waar ik woon?
- Weet u waar ik woon?
- Waar ga je heen?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ga je naartoe?
- Waar gaat u naartoe?
- Waar gaat u heen?
- Waar gaan jullie heen?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar gaan jullie heen?
Waar werk je?
- Waar zult ge zijn?
- Waar zul je zijn?
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
Waar ben je?
Waar werkt hij?
- Waar woont hij?
- Waar woont ie?
Waar ben je geboren?
Waar?
- Waar woon je in Turkije?
- Waar woont u in Turkije?
- Waar wonen jullie in Turkije?
Waar heb je Tom ontmoet?
Waar heb je ze verstopt?
Waar heb je ze geplant?
Waar ben je ze vergeten?
Waar heb je hun besneden?
Waar heb je ze gekookt?
- Waar heb je ze uitgetrokken?
- Waar heb je ze uitgedaan?
Waar woon je tegenwoordig?
Raad eens waar ik geweest ben?
Waar woont je oma?
Waar gaan we nu naartoe?
Ik weet waar hij woont.
Waar zijn we nu?
- Ik weet waar ge woont.
- Ik weet waar je woont.
- Weten jullie waar hij woont?
- Weet je waar hij woont?
- Weet je waar ze woont?
- Weet u waar hij woont?
- Weet u waar ze woont?
Waar woont Tom?
Blijf staan!
Waar woont John?
Waar komen jullie vandaan?
Waar ga je heen op vakantie?
Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ging je heen?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je heen gegaan?
- Waar zijn jullie geweest?
- Waar was je heen?
- Waar gingen jullie heen?
- Waar waren jullie heen?
Ik weet waar ze zijn.
Waar waren jullie?
Waar heb je Tom gezien?
Hé, waar ga je heen?
Waar heb je Tom gevonden?
Waar breng je ons heen?
Waar brengt u mij naartoe?
- Waar ga je heen voor Kerstmis?
- Waar gaat u heen voor Kerstmis?
- Waar gaan jullie heen voor Kerstmis?
- Waar heb je Esperanto geleerd?
- Waar heeft u Esperanto geleerd?
- Waar hebben jullie Esperanto geleerd?
- Waar studeer je Italiaans?
- Waar studeert u Italiaans?
- Waar studeren jullie Italiaans?
- Waar heb je Tom ontmoet?
- Waar hebt u Tom ontmoet?
- Waar ben je geboren?
- Waar bent u geboren?