Examples of using "Nézel" in a sentence and their dutch translations:
- Waar kijk je naar?
- Waarnaar kijk je?
Je ziet er dom uit.
- Je ziet er prima uit.
- U ziet er prima uit.
- Jullie zien er prima uit.
- Je ziet er jonger uit.
- Jij ziet er jonger uit.
- U ziet er jonger uit.
- Jullie zien er jonger uit.
- Je ziet er verschrikkelijk uit.
- U ziet er verschrikkelijk uit.
- Jullie zien er verschrikkelijk uit.
- Kijk je tv?
- Kijkt u tv?
- Kijken jullie tv?
- Je ziet er vreselijk uit.
- U ziet er vreselijk uit.
- Jullie zien er vreselijk uit.
Je ziet eruit als een dwaas.
- Je ziet er prachtig uit.
- U ziet er prachtig uit.
- Jullie zien er prachtig uit.
Je ziet er fantastisch uit.
Je ziet er Japans uit.
Je ziet er erg goed uit.
- Hoe vaak kijk je tv?
- Hoe vaak kijkt u tv?
- Hoe vaak kijken jullie tv?
Je ziet er vandaag beter uit.
Waar kijk je naar?
Je ziet er beter uit zonder make-up.
Waarom bekijk je alleen zombiefilms?
Je ziet er goed uit in die kleren.
Hoe vaak controleer je je e-mail?
Je ziet eruit als een aap.
Je bent vlak bij iets buitengewoons.
Je ziet eruit als je oudere broer.
Je ziet er niet goed uit. Ben je ziek?
Je bent mooi.
Geef me alsjeblieft een foto van je, zodat ik niet vergeet hoe je eruitziet.