Examples of using "életben" in a sentence and their dutch translations:
Ze zijn in leven.
Zijn ze in leven?
- Tom leeft.
- Tom is in leven.
- We overleefden.
- We hebben het overleefd.
Beiden leven.
Iedereen is in leven.
Geloof je in het eeuwige leven?
Heb je een doel in het leven?
Hij is nog in leven.
Ik heb alles geprobeerd om hem in leven te houden.
Is die slang dood of levend?
Tom zal leven.
Er zijn belangrijkere dingen in het leven.
Dat is hoe verhalen hebben overleefd en dat altijd zullen blijven doen.
Om te overleven, vechten we om te leven.
Tom was nauwelijks nog in leven toen we hem vonden.
Leeft die slang?
Tom zal leven.
Ik probeer altijd iets te hebben om naar uit te kijken.
Het leven gaat niet altijd over rozen.
Die is voor mensen die bekend zijn met verliezen.
Zijn oude kat leeft nog.
We weten dat er in het leven 'voor' en 'na' is.
Als ze het tot de lente redden, zullen ze zelfstandig worden.
Het is veel moeilijker om op te bouwen. Heb je ergens spijt van?
Ik voel me levendig.
Gevangenschap kent enorme eenzaamheid. Om te overleven...
Ze hebben een half miljoen jongen. Een handvol blijven er leven.
Leeft Robijn der Bossen nog?
We maken onszelf wijs dat we iets negatiefs moeten verdragen.
...het beste wat er is... ...kan ons als soort helpen leven.
In de middeleeuwen garandeerde het Latijn voorlopig een zekere taalgelijkberechtiging in het religieus, cultureel en wetenschappelijk leven.
Toms eekhoorn is blind, heeft hoogtevrees en is allergisch voor noten. Ik denk niet dat hij het zou overleven zonder Tom.
Ik wens je geluk.