Examples of using "Elhagyta" in a sentence and their dutch translations:
- Tom verliet Maria.
- Tom heeft Maria verlaten.
Ze heeft haar kinderen in de steek gelaten.
Tom heeft hen verlaten.
Hij heeft zijn bioscoopkaartje verloren.
Hij heeft Afrika voorgoed verlaten.
Hij heeft Japan voorgoed verlaten.
- Tracy is haar bril kwijt.
- Tracy verloor haar bril.
De bemanning verliet het schip.
Hij is alweer zijn paraplu kwijt.
Hij verliet de kamer.
En toen verliet ze het hol en was ze bang.
Juist toen hij het huis uit ging, begon het te regenen.
In 1900 verliet hij Engeland en kwam nooit weer terug.
In 1900 verliet hij Engeland en kwam nooit weer terug.
- Tom verliet het huis toen hij achttien was.
- Tom heeft het huis verlaten toen hij achttien was.
- In 1900 verliet hij Engeland en kwam nooit weer terug.
- In 1900 vertrok hij uit Engeland en hij kwam nooit meer terug.
Het jonge meisje verliet het huis zonder ook maar iets te zeggen.
- Tom verliet de stad.
- Tom is de stad uit.