Examples of using "Bűnös" in a sentence and their dutch translations:
Hij is schuldig aan moord.
Tom is schuldig.
Ik ben schuldig.
Tom is degene die schuldig is.
- Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.
- Eigen schuld, dikke bult.
Volgens mij is hij onschuldig.
- Ik betwijfel het dat Tom schuldig is.
- Ik denk niet dat Tom schuldig is.
- Ik denk dat hij onschuldig is.
- Volgens mij is hij onschuldig.
Voor zover ik weet, is hij schuldig.
Het enige wat we weten, is dat Tom schuldig is.
Ik voel me niet schuldig.
Als hij onschuldig is, dan is zijn vrouw schuldig.
Men kan niet ontkennen dat de gevangene schuldig is.
De schuldige bekende zijn daad zonder blozen.