Examples of using "Zeitschriften" in a sentence and their dutch translations:
Ik lees graag tijdschriften.
Breng me de tijdschriften.
Tom leest nauwelijks tijdschriften.
Breng me de tijdschriften.
De winkel verkoopt kranten en tijdschriften.
Hebt u soms Franse tijdschriften?
De winkel verkoopt kranten en tijdschriften.
Deze winkel verkoopt kranten en tijdschriften.
De oude tijdschriften zijn allemaal verkocht.
- Zijn er Engelse tijdschriften in deze bibliotheek?
- Zijn er Engelstalige tijdschriften in deze bibliotheek?
Deze winkel heeft allerhande tijdschriften in vreemde talen.
Hoeveel tijdschriften liggen er op de tafel?