Examples of using "Zeitschrift" in a sentence and their dutch translations:
Gooi dit tijdschrift niet weg.
Gooi dit tijdschrift niet weg.
Waar is mijn krant?
- Ik ben een tijdschrift aan het lezen.
- Ik lees een tijdschrift.
Dit tijdschrift wordt maandelijks gepubliceerd.
Gooi dit tijdschrift niet weg.
Wanneer komt het nieuwe tijdschrift uit?
Het magazine komt twee keer per maand uit.
Het tijdschrift kost minder dan het boek.
Ik lees graag het tijdschrift "La Ondo de Esperanto".
De redactie en de uitgave van dat tijdschrift verzorgde ik zelf.
Tom zit op de sofa een tijdschrift te lezen.
Het tijdschrift dat je me geleend hebt is erg interessant.
Ze doorbladerde het tijdschrift.
Maar nee, dat is geen pornotijdschrift, het is een kunstboek!
Gooi dat tijdschrift niet weg. Ik heb het nog niet gelezen.
Er ligt een tijdschrift op mijn kamer.
Sinds juli 1929 verscheen in Antwerpen het tijdschrift Flandra Esperantisto, verzorgd door de Flandrema Grupo Esperantista.