Examples of using "Surfen" in a sentence and their dutch translations:
- Ze zijn gaan surfen.
- Ze gingen surfen.
- Surf je graag?
- Surft u graag?
Hier mag ik vrij surfen op het internet omdat de dienst gratis is.
Het lijdt geen twijfel dat het verbeteren van de gebruikerservaring het laatste is waar webmasters aan denken als ze social bookmarking widgets aan hun sites toevoegen.