Examples of using "Spinnen" in a sentence and their dutch translations:
Spinnen bouwen webben.
- Spinnen bouwen webben.
- Spinnen maken webben.
Spinnen maken graag spinnenwebben.
Hij haat spinnen.
- Hij verafschuwt spinnen.
- Hij haat spinnen.
Mary is bang voor spinnen.
Tom haat spinnen.
Zij haat spinnen.
Maria haat spinnen.
Wij haten spinnen.
Zij haten spinnen.
Hij haat spinnen.
Ik haat spinnen.
Ik haat spinnen.
Martine verafschuwt spinnen.
Zijn spinnen insecten?
- Hij verafschuwt spinnen.
- Hij haat spinnen.
Ik ben bang voor spinnen.
Spinnen zijn geen insecten.
Ik hou niet van spinnen.
Ook spinnen hebben liefde nodig.
Spinnen hebben acht poten.
Sommige mensen zijn bang voor spinnen.
Mary is bang voor spinnen.
Ik ben bang voor spinnen.
Hij at insecten en spinnen.
Hij verafschuwt spinnen.
- Tom is bang van spinnen.
- Tom is bang voor spinnen.
- Ben je bang voor spinnen?
- Bent u bang voor spinnen?
- Zijn jullie bang voor spinnen?
De meeste spinnen weven webben.
Ik ben niet langer bang voor spinnen.
Veel vrouwen zijn bang voor spinnen.
Ik ben erg bang voor spinnen.
Arachnofobie is de angst voor spinnen.
Tom is niet bang voor spinnen.
Ik heb geen angst voor spinnen.
Ik ben niet langer bang voor spinnen.
Deze jungle zit vol met slangen en spinnen.
Hoeveel van jullie zijn bang voor spinnen?
Gefrituurde spinnen zijn een regionale delicatesse in Cambodja.
...vinden we mogelijk meer spinnen dan we aankunnen.
Ik haat deze spinnen, ze zijn er altijd om me bang te maken als ik aan het schoonmaken ben.
De spinnen die in deze webben leven... ...moeten ook eten. Wie weet wat we hier vinden.