Translation of "Spinat" in Dutch

Ich hasse Spinat.

Ik haat spinazie.

Ich mag Spinat.

Ik hou van spinazie.

- Iss deinen Spinat ganz auf.
- Iss deinen Spinat auf!

Eet je spinazie helemaal op.

- Hast du deinen Spinat gegessen?
- Habt ihr euren Spinat gegessen?
- Haben Sie Ihren Spinat gegessen?

Heb je je spinazie opgegeten?

Kinder hassen oft Spinat.

- Kinderen haten vaak spinazie.
- Kinderen hebben vaak een hekel aan spinazie.

Iss deinen Spinat ganz auf.

Eet je spinazie helemaal op.

- Sie zwang ihn, Spinat zu essen.
- Sie hat ihn gezwungen, Spinat zu essen.

Ze deed hem spinazie eten.

Es gibt Menschen, die keinen Spinat mögen.

Er zijn mensen die niet van spinazie houden.

Viele Kinder essen ihren Spinat nicht auf.

Veel kinderen eten niet al hun spinazie op.

Gurken, Spinat, Brokkoli und Zwiebeln gelten als nicht stärkehaltiges Gemüse.

- Komkommers, spinazie, broccoli en uien worden beschouwd als zetmeelarme groenten.
- Komkommers, spinazie, broccoli en uien worden beschouwd als zetmeelarme groentes.
- Komkommers, spinazie, broccoli en uien worden beschouwd als zetmeelarme groente.

Würde ich soviel Spinat essen, wie ich will, ich würde verhungern.

Als ik zoveel spinazie zou eten als ik wil, dan zou ik verhongeren.

Wenn du später groß und stark werden willst, musst du viel Spinat und Erdnussbutterbrote essen.

Als je later groot en sterk wilt worden, moet je veel spinazie en boterhammen met pindakaas eten.

Spinat schmeckt am besten, wenn man ihn kurz vor dem Verzehr durch ein großes Steak ersetzt.

Spinazie smaakt het beste, als men hem net voor het eten door een biefstuk vervangt.