Examples of using "Schrei" in a sentence and their dutch translations:
Schreeuw niet.
Schreeuw het uit!
- Niet schreeuwen!
- Schreeuw niet!
Heb je geen schreeuw gehoord?
- Heb je geen schreeuw gehoord?
- Hebt ge geen schreeuw gehoord?
Een schreeuw doorbrak de stilte.
Schreeuw niet tegen me.
Niet schreeuwen!
Als je iets nodig hebt, geef dan een gil.
Het is het nieuwste snufje.
Een schreeuw doorbrak de stilte.
Schreeuw niet in mijn oren.
Schreeuw alsjeblieft niet!
- Schreeuw niet.
- Schreeuw niet!
Ik hoorde een kreet en daarna een botsing.
Ik hoorde een kreet en daarna een botsing.
Als je naar iemand wil roepen, roep dan naar mij!
Ik hoorde een kreet en daarna een botsing.
Pfoe, ik schrok me dood! Schreeuw toch niet zo plotseling.
Het was destijds het hoogtepunt van de mode.
Men moet geen mosselen roepen, eer zij aan de kaai zijn.