Examples of using "Schneite" in a sentence and their dutch translations:
- Het was met Kerstmis toen het hevig sneeuwde.
- Het was met kerst toen het hevig sneeuwde.
Het sneeuwde zoals voorspeld.
Het sneeuwde in Osaka.
Het sneeuwde in Jeruzalem.
Het sneeuwde tien dagen aan een stuk.
- Het had gesneeuwd.
- Het heeft gesneeuwd.
- Het was aan het sneeuwen.
Het sneeuwde van maandag tot vrijdag.
- Wanneer ik de gordijnen opende was het aan het sneeuwen.
- Het was aan het sneeuwen wanneer ik de gordijnen opende.
Het sneeuwde, maar het was niet erg koud buiten.
Het sneeuwde in Osaka.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Het heeft de hele dag gesneeuwd.
Het sneeuwde gedurende vier dagen.
Het sneeuwde van maandag tot vrijdag.