Examples of using "Prophet" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben geen profeet.
De profeet had een visioen.
Tom werd als een profeet beschouwd.
- Geen profeet is in zijn eigen land geëerd.
- Niemand is sant in eigen land.
- Geen profeet is in zijn land geëerd.
- Niemand wordt in eigen land als profeet geëerd.
- Niemand is sant in eigen land.
- Niemand wordt in eigen land als profeet geëerd.
- Niemand is sant in eigen land.
- Niemand wordt in eigen land als profeet geëerd.
- Geen profeet is in zijn eigen land geëerd.
- Niemand is sant in eigen land.
- Geen profeet is in zijn land geëerd.
- Niemand wordt in eigen land als profeet geëerd.
Er is geen god buiten God, en Mohammed is zijn profeet.